BOUWKUNST.
^anUefteningen otter
èm Bouto furr HocfBIurft Dan Jtnttorpjm,
door P. Génard.
IN onze studiën op de Vlaamsche bouwkun-
digen hebben wij ons dikwijls beziggehou-
den met de meesters, die hebben bijgedragen
tot de oprichting van eene der grootste kerken in
België: de O. L. Vrouwenkerk te Antwerpen.
Wij weten dat deze tempel omtrent het jaar 1352
werd begonnen; de eerste bouwkundige, wiens naam
tot ons is gekomen, is zekere Jan Appelmans, wiens
zoon Pieter Appelmans, naar het schijnt, de plan-
nen van den reusachtigen toren leverde, en wiens
naam men terugvindt in de rekenboeken der kerk,
die aanvang nemen met het jaar 1430-31. De Pleer
Ridder Leo de Burbure, die, evenals wij, nasporingen
over het verleden onzer hoofdkerk heeft gedaan, heeft
in de Biographïe Nationale eene wetenswaardige aan-
teekening over beide bouwmeesters geleverd.
In onze Verhandeling over O. L. Vrouwenkerk (1),
^anUefteningen otter
èm Bouto furr HocfBIurft Dan Jtnttorpjm,
door P. Génard.
IN onze studiën op de Vlaamsche bouwkun-
digen hebben wij ons dikwijls beziggehou-
den met de meesters, die hebben bijgedragen
tot de oprichting van eene der grootste kerken in
België: de O. L. Vrouwenkerk te Antwerpen.
Wij weten dat deze tempel omtrent het jaar 1352
werd begonnen; de eerste bouwkundige, wiens naam
tot ons is gekomen, is zekere Jan Appelmans, wiens
zoon Pieter Appelmans, naar het schijnt, de plan-
nen van den reusachtigen toren leverde, en wiens
naam men terugvindt in de rekenboeken der kerk,
die aanvang nemen met het jaar 1430-31. De Pleer
Ridder Leo de Burbure, die, evenals wij, nasporingen
over het verleden onzer hoofdkerk heeft gedaan, heeft
in de Biographïe Nationale eene wetenswaardige aan-
teekening over beide bouwmeesters geleverd.
In onze Verhandeling over O. L. Vrouwenkerk (1),