(Een tooorö otter ïpi
BpfeBoD^ïtj^alfaat? fcv ficrft itan Bnp
%uüt ©mtto TCn\n%nï\ (B^aöant),
door Edward van Even.
NDER de altaren in spitsboogstijl die Belgie,
ondanks de vernielingen tijdens de Fransche
overheersching gepleegd, nog in zeker getal bezit,
verdient hetgene der kerk van Onze Lieve Vrouw van
Lombeek, nabij Lennik, zooniet de eerste dan toch eene
eerste plaats in te nemen. Als kunstwaarde mag het
gelijk gesteld worden met een der drie altaren vervaardigd
door Jan Borman (i), uit Brussel, waarvan er twee zich
jammerlijk in het buitenland bevinden, het eene in de
kerk van Güstrow (Mecklenburg) en het andere in de
kerk van het dorp Willberga, tusschen Upsal en Stokholm
(Zweden) (2).
Men heeft beweerd dat het gewrocht in de tweede
helft der XVe eeuw vervaardigd werd. Naar ons inzien
behoort het tot het eerste kwaart der XVIe eeuw. De
(1) Over Jan Borman ons opstel in den Bulletin des commissions
royales d’art et d’archéologie, van 1884.
(2) Onze lezing in den Bulletin de l’académie royale de Belgique,
22e deel, bl. 71-75 (1891).