Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

De Dietsche warande: tijdschrift voor kunst en Zedegeschiedenis — 3: 9.1896

DOI Page / Citation link:
https://doi.org/10.11588/diglit.26591#0649

DWork-Logo
Overview
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
OMROEPER.

639

De omstandigheden leidden er toe, dat de samenwerking tusschen
deze commissie en Die Haghe verbroken weid, doch in plaats van
aan het plan te schaden, werd het er door bevorderd. De commissie
zette haar werkzaamheden voort en Die Haghe organiseerde langs
anderen weg een hulde voor de Huygensen.

Die Haghe’s nieuwe plannen kwamen tot uitvoering op den
4n September j. 1., den 300" gedenkdag van Constantijns geboorte.
In het huis Lange Voorhout n° 44, waar Constanter van 1624 tot
1627 woonde, werd een gedenksteen onthuld, waarbij de voorzitter
der vereeniging, de heer A. J. Servaas van Rooyen, schetste, hoe de
jaren, door Constanlijn in dit huis doorgebracht, tot de merkwaardigste
van zijn leven mogen getekend worden.

Had deze plechtigheid in kleinen kring plaats, grooter was de
schare, die kort daarop bijeen kwam in de Groote of St.-Jacobskerk,
waar aan het graf der Huygensen een krans zou worden gehecht.
Weder was hier het woord aan den heer Servaas van Rooyen, die
nu een uitvoerige rede hield, waarin hij een bestudeerde levens- en
karakterschets gaf van Constantijn en ook eenige woorden wijdde aan
de overige in dit graf ter laatste rustplaats gelegde leden der familie
Huygens. De plechtigheid in de kerk die katholieke priesters en protes-
tantsche geestelijken had samengebracht, werd door den heer A. N.
Koopman opgeluisterd met een orgelconcert; o. a. werden een Psalm
van Huygens en « Lofzang op C. Huygens, van Ban » uitgevoerd.

Niet minder aanzienlijk was de schare, die eenige uren later aan
de roepstem van Die Haghe gehoor gaf en een Huygensavond in
de Theaterzaal van het Kurhaus te Scheveningen bijwoonde ; onder
de aanv. ezigen waren zelfs de groothertog van Saksen en diens dochter,
de hertogin van Mecklenburg.

Het programma vermeldde vooreerst twee tableanx vivants : « Con-
stantijn Huygens en zijne kinderen, » naar de schilderij van A. Hanne-
man (1640) en « Christiaan Huygens, aan zijne huisgenooten de slinger-
beweging verklarende» (1658). Vooral aan dit tableau was grocte zorg
besteed. Voorts werden door den heer J. C. v. d. Grijp eenige verzen
gereciteerd, waaronder een fiagment van Huygens’ Voorhout (waarbij
het tooneel de Haagsche « lindelaan » te zien gaf) en Scheepspraet. Dit
gedicht was met goed gevolg gedramatiseerd. De mise en scène (een
herberg met vroolijke gasten) was typisch. De heer v. d. Grijp ver-
vulde zijn niet gemakkelijke en ten opzichte van een deel van het
publiek ondankbare taak loffelijk.

Tot besluit van Die Haghe’s hulde werd voor het terras van het
Kiirhaus een toepasselijk vuurwerk afgestoken, terwijl de Huygenspoort
aan het begin van den, in ’t midden der 17® eeuw naar Constanter’s
plannen aangelegden Scheveningschen weg geillumineerd was.

Dit wat Die Haghe betreft, welke eer van haar werk heeft. Nu de
commissie voor de Huygenstentoonsteliing. Wat zij alzoo omtrent het
geslacht Huygens bijeen gebracht heeft, werd, te beginnen met den
 
Annotationen