344 DK PETER van den grooten weg.
niet_Zie, Giovanni, zegde mijne moeder dezen morgen
maak u net en ordentelijk, ga dan naar de stad, naar
Turijn. In de schoone poststraat, daar staat het groote
huis van den rijken beeldhouwer Cerisati. Bij dezen
heeft uw vader tot zijnen dood gewerkt; in zijnen dienst
overkwam hem het schrikkelijk ongeluk van eene hooge
stelling te vallen, om spoedig daarna het leven te ver-
liezen. Verzoek den heer Cerisati uw peter te zijn;
gij zult daarvoor de H. moeder Gods voor zijn welvaren
bidden! .. En, Mijnheer, » vervolgde hij, terwijl zijne
borst hevig op en af ging en tranen in zijne schoone
oogen schoten, « ik ben vandaag bij mijnheer Cerisati ge-
weest, en op mijne bede antwoordde hij : dat is verstoken
bedelarij; zoek uw peter op den grooten weg; dat
uw vader in mijnen dienst om het leven kwam, gaat
mij niet aan ; hij moest voorzichtiger wezen. Daarbij
heb ik nog 20 liren voor zijne begrafenis gegeven.
Beschaamd en weenend ging ik heen. Nu weet gij het,
Mijnheer, waarom ik eraan twijfel dat ik overmogen
zal gevormd worden. »
Door de eenvoudige vertelling welke niet den min-
sten haat tegen den gevoelloozen Cerisati verried, aan-
gedaan, bleef de vreemdeling staan, legde de beide
handen op de schouders van den knaap en zeide :
« Wel, mijn brave Giovanni, als gij den raad van den
heer Cerisati — een peter op straat te zoeken — niet
gevolgd hebt, dan hebt gij er onwillekeurig een op de
straat gevonden; ik zal uw peter zijn. En nu, zeg
mij waar gij woont en hoe de naam is uwer goede
moeder; overmorgen als de bisschop het H. Vormsel
toedient zult gij mij op mijne plaats vinden... Vertel
nu aan uwe moeder het nieuws van uwen op zoo
zonderlinge wijze gevondenen peter! »
« Ss het waar, Mijnheer, moet ik u gelooven? »
vroeg de knaap met stralende oogen.
niet_Zie, Giovanni, zegde mijne moeder dezen morgen
maak u net en ordentelijk, ga dan naar de stad, naar
Turijn. In de schoone poststraat, daar staat het groote
huis van den rijken beeldhouwer Cerisati. Bij dezen
heeft uw vader tot zijnen dood gewerkt; in zijnen dienst
overkwam hem het schrikkelijk ongeluk van eene hooge
stelling te vallen, om spoedig daarna het leven te ver-
liezen. Verzoek den heer Cerisati uw peter te zijn;
gij zult daarvoor de H. moeder Gods voor zijn welvaren
bidden! .. En, Mijnheer, » vervolgde hij, terwijl zijne
borst hevig op en af ging en tranen in zijne schoone
oogen schoten, « ik ben vandaag bij mijnheer Cerisati ge-
weest, en op mijne bede antwoordde hij : dat is verstoken
bedelarij; zoek uw peter op den grooten weg; dat
uw vader in mijnen dienst om het leven kwam, gaat
mij niet aan ; hij moest voorzichtiger wezen. Daarbij
heb ik nog 20 liren voor zijne begrafenis gegeven.
Beschaamd en weenend ging ik heen. Nu weet gij het,
Mijnheer, waarom ik eraan twijfel dat ik overmogen
zal gevormd worden. »
Door de eenvoudige vertelling welke niet den min-
sten haat tegen den gevoelloozen Cerisati verried, aan-
gedaan, bleef de vreemdeling staan, legde de beide
handen op de schouders van den knaap en zeide :
« Wel, mijn brave Giovanni, als gij den raad van den
heer Cerisati — een peter op straat te zoeken — niet
gevolgd hebt, dan hebt gij er onwillekeurig een op de
straat gevonden; ik zal uw peter zijn. En nu, zeg
mij waar gij woont en hoe de naam is uwer goede
moeder; overmorgen als de bisschop het H. Vormsel
toedient zult gij mij op mijne plaats vinden... Vertel
nu aan uwe moeder het nieuws van uwen op zoo
zonderlinge wijze gevondenen peter! »
« Ss het waar, Mijnheer, moet ik u gelooven? »
vroeg de knaap met stralende oogen.