Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

De Dietsche warande: tijdschrift voor kunst en Zedegeschiedenis — 3: 12.1899

DOI Page / Citation link:
https://doi.org/10.11588/diglit.26592#0540

DWork-Logo
Overview
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
520

GOLIATH.

Bergüber war er in dies Thai gekommen,

Zuerst allein, ein Bündel in der Hand,

Die Axt im Arm, lang, hager wie ein Wolf
Mit breiter Faust, mit Schultern von Granit
Und finsterm Bliek, schweigsam, fast menschenscheu.

Hoeveel kruim en kleur in die korte, gebeitelde
regels. Een geheel tafereel, roerend en sprekend,
kan hij ophangen in vier, vijf verzen : bl. 21.

Knud war so bleich wie Kalk
« Bermherziger Gott, hier ist noch Rath noch Rettung!
Versc-hüttelt und begraben! Armer Eiwind!

Komm, Olaf, komm, du gehst mit mir. » Er nahm
Des Knaben Hand und eine dicke Thrane
Kwoll in den rothen Bart des harten Mannes.

Ziehier hoe de verweesde Olaf geschilderd wordt
toen hij, pas op het hof gekomen, aan den beuke-
boom zat te treuren, bl. 22.

.... Ihn fror, er krümmte
Die kalten Hande um die kalten Kniee,

Die Schultern zog er wimmrend ein und ass
Das letzte Brot das ihm die Mutter gab.

Eene kunst welke Weber in hooge mate bezit
is de natuur te doen overeenstemmen met de toe-
standen der handeling, hetgeen niet weinig bijdraagt
om den indruk te vergrooten. Een treffend voorbeeld,
bl. 23 : Olaf is diep ongelukkig en valt in slaap
terwijl juist de zon ondergaat :

Und tiefer sank die Sonne, tiefer sank
Sein mtider, kranker Kopf, bis er entschlief.

Ik eindig deze beschouwingen met den wensch
dat de vertaling welke ik, met de welwillende toe-
 
Annotationen