Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
- 22

helm of zoogenoemden Spartaanschen hoed op het hoofd, waarboven eene ster is aangebracht, met
speer of werpspiets of wel witte rozen in de handen; steeds te zamen , nu eens met , dan weder zonder
hunne sneeuwwitte paarden Phlogeos en Harpagos. Zij vonden hunne plaats in het sterrenbeeld de
tweelingen. -— De oudste ruwe beelden der Dioscuren te Sparta (dokana genaamd) bestonden uit
twee evenwijdige balken (dokoi) , boven en onder door dwarsbalken verbonden, om de broederliefde
der Dioscuren voor te stellen. Aan deze oude figuur is het astronomische teeken voor het twee-
linggesternte ontleend.
De Erinnyen (wraakgodinnen), uit vrees Eumeniden (welgezinden) bij de Grieken ge-
noemd, droegen den naam van Furiën of Dirae bij de Romeinen. Zij waren de schrik- en ont-
zagwekkende dienaressen van Pluto en Proserpina en werden gebezigd tot het straffen en pijnigen
van misdadigers, zoowel bij het leven, als na den dood. Homerus noemt meestal slechts ééne
Erinnys; latere schrijvers kennen er evenwel 3, Tisiphone, Alecto en Megaera. Zij werden
in de oudere kunst voorgesteld als gevleugelde jonkvrouwen in jachtkostuum, met fakkels en slangen
in de handen; later als booze vrouwen met afschuwelijk uiterlijk, gescheurde, bloedige aangezichten ,
uitpuilende oogen, slangen in plaats van haren op het hoofd, in zwarte kleeding en met dolk,
slang of geesel in de handen.
Eris, de godin van twist en tweedracht, de gezellin en zuster van Ares (den onstuimigen
Griekschen oorlogsgod, die zich in slachting en verwoesting verlustigt), de dochter van den nacht en
de moeder des onheils. Zij wordt afgebeeld met nijdigen blik, dikwijls in plaats van haren, slangen
op het hoofd, en eenen gouden appel in de hand, den zoogenoemden Erisappel, dien zij, voorzien
van het opschrift „aan de schoonste” onder de verzamelde góden wierp , waardoor rampen en ellenden
ontstonden. De uitspraak over den daardoor onder de godinnen ontstanen wedstrijd, droeg Zeus
aan den vermeenden herder Paris op , die den prijs aan Aphrodite toekende.
Fama, de Ossa der Grieksche dichters, was de godin van het gerucht en de sage; de bode
van Zeus. Zij werd afgebeeld als behaaglijk wezen, gevleugeld , met eene bazuin in de hand; de
kleeding (bij enkele afbeeldingen zelfs het geheele lichaam) was bedekt met tongen, achter welke
een oog verborgen was.
Fatum, bij de Grieken Ananke, Heimarmene, Moira, ook Aisa genoemd, gepersonifieerd
idee der onvermijdelijke noodzakelijkheid, waardoor de lotgevallen der menschen en de wereldge-
beurtenissen worden bepaald en waaraan zelfs de góden zijn onderworpen; zij is de dochter van
Erebos en Nyx. Later werd zij beschouwd als godin van het noodlot en afgebeeld, staande op
eenen aardbol, met eene urne in de hand; ook wel voorgesteld als eene grommige, snel voort-
ijlende vrouw, met vliegende haren en eenen dolk in de linkerhand.
Faunus, in Italië als god van landbouw en veeteelt vereerd, werd later vereenzelvigd met
den Arkadischen Pan. De wijze, waarop men den Faun ziet afgebeeld, komt dan ook met de
reeds vroeger omschrevene afbeelding van Pan overeen. Beter is het echter, hem in menschelijke
gedaante voor te stellen, omhangen met het vel van eenen bok of eenig ander dier, hoogstens met
een paar spits toeloopende ooren, een bokkestaartje en kleine hoorns. — De echtgenoote van Faunus
heette Fauna of Fatua, zijne kinderen Fauni.
Flora, de Romeinsche godin van bloemen en lente, heette bij de Grieken Chloris (de
gemalin van Zephyrus) Haar feest Floralia (28 April tot 1 Mei) werd met uitgelaten vreugde
gevierd. Chloris ontving van haren geliefde tot bruidsgeschenk het geheele bloemenrijk. Daarmede
in overeenstemming wordt zij dan ook afgebeeld.
Fortuna, bij de Grieken Tyche genoemd, was de geluksgodin en volgens Hesiodus de dochter
van Oceanus. Zij is de schenkster van het goede en het kwade lot, de opzichtster der steden. Bij
de Grieken werd zij doorgaans gevleugeld, bij de Romeinen ongevleugeld afgebeeld (daar bij de
 
Annotationen