Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Overview
loading ...
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
— 23

Romeinen het geluk bestendig scheen te verblijven), met den hoorn des overvloeds en een roer
in de handen , staande op den aardbol. Soms wordt zij voorgesteld met den hoorn in de rechter-
hand, terwijl de linker eenen voor haar knielenden knaap opheft; ook wel met Plutus als kind op
haren arm (rijkdom). Van hare vele attributen vermelden wij : den hoorn van Amalthea (als zinne-
beeld van rijken overvloed en bron van alle goede gaven); den bol of het rad (toeval); het
dubbele roer (luimen en noodlot); het enkele roer (het beschikkende noodlot); diadeem en roer
(wereldheerschappij); dolfijn en roer (geluk op zee); de urn (waarin de loten verborgen liggen); den
wagen (symbool der haast om het gelukkige doel te bereiken), enz.
Gaea, reeds meermalen hierboven genoemd, was de grijze godin der aarde, die 'teerst uit
den chaos ontstond, Uranus (hemel) en Pontüs (zee) verwekte, voorts de moeder werd van al die
góden, aan welke men verdelgende of vernietigende eigenschappen toekende.
Genius (meerv. Geniën), schuts- of beschermgeest; bij de Grieken de levenwekkende, alles
bezielende hemelgeest, die den mensch, ja geheele volken, geleidt en beschermt. Bij de Romeinen
bereikte de Genius het toppunt der vereering, daar men hem voor heilig hield; men zwoer bij
zijnen Genius en wijdde zelfs het bruidsbed aan hem toe. — De Genius van den mensch werd afge-
beeld met gesluierd hoofd (onzichtbaarheid), met de toga bekleed, eenen hoorn des overvloeds en
eene patera (soort van offer- en drinkschaal) in de handen. De genius van eene plaats of woning
daarentegen komt ook afgebeeld voor onder de gedaante van slangen, die vruchten verslinden. ■—
Als zoon van eenen genius wordt onder anderen genoemd zekere Tages, die bij Tarquinii van
onder de voren eens ploegs uit den grond verrees. Ofschoon nog kind, bezat hij de wijsheid van
den grijsaard. Hij stierf weder nadat hij de Etruriërs, die op het geroep van den landman waren
komen aanloopen , had onderwezen in de kunst om waar te zeggen uit de verschijnselen aan den
hemel en uit de ingewanden der dieren.
Harpocrates de jongere, gebrekkige zoon van den Egyptischen god Osiris en de godin Isis,
was het zinnebeeld van de zon en de aarde na het winter-solstitium (zonnestilstand) in de kortste
dagen, wanneer de Lotusbloem spruit en de gansche natuur nog in den winterslaap voortdommelt.
Hij werd zittende op eene lotusbloem afgebeeld, met den wijsvinger op den mond, en diensvolgens
later voor den god van het stilzwijgen gehouden. Zijne attributen zijn krokodil, slang, schorpioen,
hert, leeuw, sphinx en havik. Ook werd hij afgebeeld staande in een bootje, met eene zon en
twee sterren boven het hoofd, met knots en hoorn des overvloeds.
Hecate is volgens Hesiodus de dochter van Zeus en Asteria of Demeter, volgens anderen
van Perses en Asteria. Hare mythe is zeer twijfelachtig. Het meest aannemelijke is haar zich
voor te stellen, als eene personificatie van de tooverkracht, die men aan de maan toeschreef. Al
de geheime krachten der natuur moeten onder hare bevelen hebben gestaan, zoodat zij ook over
geboorte, leven en dood te beschikken had. Wegens de onzichtbare macht, die zij bezat, ver-
plaatste men haar gewoonlijk in de onderwereld, waarheen zij dan ook, volgens het verhaal, was
getogen om Persephone te zoeken. Daaruit volgde weder, dat men haar zich voorstelde onder
eene afschuwwekkende gestalte met slangen aan de voeten, of slangen in de plaats van voeten,
met drie hoofden of lichamen, die door slangen omwonden waren, enz. Bij elke nieuwe maan stelde
men de aan haar gewijde beeldzuilen (Hecataea) voor de huisdeuren op. Deze beeldzuilen bestonden
uit een voetstuk, waarop eene buste met drie hoofden, of wel, eene groep van drie in elkaar ge-
schoven lichamen, was geplaatst. Men offerde aan haar op de driesprongen (plaats waar drie
wegen samenkomen), en wel bij voorkeur honden of gewoon voedsel. — Wij herinneren hier aan
den drievoet, zijnde een symbolisch voorwerp uit de Grieksche oudheid, welke onder andere ook
voorkomt bij de eeredienst van Dionysus en van Apollo, en in ’t algemeen als een symbool der
waarzegging is te beschouwen. (De door Apollo bezielde priesteres Pythia o. a. verkondigde
 
Annotationen