Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Overview
loading ...
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
47

van den persoon, wien zulks betreft, juister en duidelijker te kunnen aanwijzen door den stand
of de uitdrukking van die deelen. Zoo wijst bijv, een krachtige menschelijke voet, op de nog
bestaande mogelijkheid zich te kunnen oprichten; een uitgeteerde voet daarentegen, op zwakheid
na buitensporigheid; een vervallen gelaat, op liederlijkheid; het hoofd van eenen pronker, op ijdel-
heid. Een menschelijke neus wijst op het onderscheid kunnen maken tusschen goed en kwaad;
een menschelijke mond, half geopend, op ernst of gebed; lachend, op liefde, welke slechts door
de bijgevoegde dierdeelen als geestelijke of zinnelijke liefde kan worden aangewezen. — De hand is
bij de Mahomedanen het zinnebeeld der gerechtigheid, bij de Israëlieten het beeld der onderwor-
penheid aan Gods wil; bij de Christenen doelt zij op trouw, vriendschap (namelijk twee in elkaar
gelegde handen; zoo wordt ook de Rom. godin der nationale eendracht Concordia, bij de Grieken
H o mono ia genoemd, symb. voorgesteld door twee in elkaar geslagen handen of door eenen caduceus);
verder op opofferende liefde (hand in verband); zegen des Heeren (zegenende hand); Almacht Gods
(hand, die uit de wolken steekt). Draagt de hand eene kroon, dan doelt zij op de aan den Zoon
verleende Godsmacht. — Eenige heiligen ziet men met verminkte of afgehouwen handen afgebeeld.
r) Deelen van dieren. Bij deelen van den mensch kan men in den regel gemakkelijk de
bedoeling der voorstelling raden; moeilijker is dit echter bij deelen van dieren. Wij willen ook
dienaangaande het een en ander hier mededeelen, waaruit men eene aanleiding tot verdere bestu-
deering van het onderwerp kan putten. Tanden doelen op de begeerte iets te bezitten; bijv,
vleermuistanden, op onbeperkte liefde tot aardsche goederen. De bek of muil van een dier wijst
op uiterlijke tentoonspreiding van de door dat dier aangewezen neiging; bijv, een geopende
hondebek met smachtende tong, op gulzigheid; met gesloten bek, op trouweloosheid; blaffend,
op beschimping en nijd; met open bek , op openlijke bespotting van het heilige.
De kop van een dier wijst aan, dat de eigenschappen van dat dier in het af te beelden karakter
den boventoon hebben. Voorpoot en duiden op eene poging, op eenen te verwachten toestand;
bijv, van wilde dieren, lust naar buit, den lust anderen te verleiden; van het zwijn, gevaar in den
poel der zonde te verzinken. Klauwen wijzen op heftigheid of drift, die tot slechte handelingen
leidt; vogelklauwen op knevelarij; de voorpooten van paarden (galoppeerend), jagen naar vermaken,
enz. Achterpooten duiden op het verledene, als oorzaak van den tegenwoordigen toestand, dus
bijv, van het zwijn: het vroegere rondwentelen in den poel der zonde; van den leeuw: geslaagde
overwinning van den duivel over betere aandoeningen; van de hyena: zelfoverschatting, eigen lof,
berustende op de belastering van anderen. Vleugels duiden op gemoedsaandoeningen en ziels-
kracht, bijv, phantastische vleugels, als onbruikbaar, op het onvermogen zich op te heffen en op
afwijking der phantasie; half uitgespreide vleugels, op trotschheid; geheel uitgespreide dunne vleu-
gels op praalvertoon; uitgespreide sterke vleugels op het weder opwaarts streven naar het betere;
vleugelloosheid op geheele verslapping, enz. Hierbij herinneren wij er aan, dat in de mythologie
meerdere góden en demonen vleugels tot attribuut verkrijgen, in den regel als symbool der ge-
zwindheid of heftigheid. In de christelijke kunst liet men veelal de engelenvleugels in pauweve-
deren uitloopen, terwijl men aan den demon vledermuisvleugels gaf. — De staart duidt, zooals wij
reeds vroeger deden opmerken, op volharding; bijv, een vossestaart, op volhardende huichelarij; een
korte staart, op besluiteloosheid, ook wel op materialisme; een ingetrokken staart doelt op lafhar-
tigheid; een staart met eene pluim, op aanhoudende heftigheid, hardnekkigen toorn (wraak); een
krulstaart, op arglist; staarteloosheid, op vergetelheid met betrekking tot het levenseinde. — De
buik symboliseert het lichaam. Een dikke buik doelt op behagen in zinnelijken welstand; een
hondebuik, op zwelgerij ; de buik van eenen kikvorsch, op opgeblazenheid; de buik van eenen
sprinkhaan, op onkuischheid; de buik van eenen ezel, op de heerschappij , die een goed verzorgd
lichaam over den geest heeft; de buik van eene kat op ijdelheid. ■— De ooren verzinnelijken het
 
Annotationen