Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
—- 5°

Het anker komt als symbool, attribuut en embleem dikwijls voor en heeft verschillende be-
teekenissen. Bij de ouden was de een anker kronende Victoria het symbool van den vrede en van
de zekerheid en het vertrouwen, als gevolgen der overwinning. Verder was het anker attribuut van
Neptunus, en bij de Indiërs een vrede- en herautsteeken. In de christelijke symboliek doelt het
anker op geloofskracht, voor zooverre deze door gelatenheid en standvastigheid, geduld en hoop
wordt bevorderd. In niet strikt godsdienstige voorstellingen op deze laatstgenoemde hoedanigheden
afzonderlijk. Verder komt het anker als attribuut voor, onderanderen bij St. Clemens van Rome,
die volgens het eene verhaal omstreeks ioo jaar na C. aan een anker gebonden in zee werd gewor-
pen ; volgens een ander verhaal had Petrus hem opgedragen het schip der kerk in de haven te
sturen. — Als embleem der scheepvaart en dientengevolge van den handel en de nijverheid, die
daardoor bevorderd worden, is het anker algemeen bekend.
Het schip beteekent in de christelijke symboliek gelukzaligheid, en, als middel tot de hoogste
gelukzaligheid, bovendien als bescherming tegen den zondvloed der verzoeking: de Kerk, waar-
van de prototypus was de ark van Noach (i Petrus in: 20, 21). In de Graalsage heeft dit symbo-
lisch schip drie masten , eenen rooclen, eenen witten en eenen groenen (christ. liefde, onschuld en
geduld) met een bed in het midden (altaar, waarop de Heiland geofferd wordt). Diensvolgens behoort
ook de kerk den vorm van een schip te hebben, die natuurlijk alleen kan worden aangecluid door
den grondvorm naar het oosten snebvormig te laten toeloopen, door torens als masten, enz. Ten
gevolge van deze symb. beteekenis wordt in bijna alle christelijke landen het voor de leeken bestemde
deel der kerk, schip genoemd. — I11 de Noordsche mythologie, zoowel als bij de Egyptenaren, gold
het schip als reismiddel der góden. De afgodsbeelden werden daarom op schepen of scheepsmodellen
vervoerd. Zoo gold het schip van Ammon als wereldschip, dat zich zonder stuurman bewoog
(onzichtbaarheid van den god), en aan het roer een oog had (alwetendheid). In denzelfden geest
moet de Ar go der Grieken worden opgevat, die, door de Dioscuren bestuurd, naar ’t oosten zeilt
en door de lier van Orpheus in beweging werd gebracht. Ook voerden de Grieken bij de Pana-
theneën een scheepsmodel in processie rond. Het levensschip der As en (het machtige godengeslacht
der Noordsche myth., dat echter met de wereld moet ondergaan, terwijl de hoogste god, Allfadur
,,vader van allen” geheeten, eeuwig blijft), konde al de Asen opnemen en had steeds gunstigen
wind. Dit schip, Skidbladnir genaamd, was tevens het symbool van den zomer, en werd gedu-
rende den herfst in eene zeer kleine ruimte samengelegd, als wanneer het paard Sleipnir in deszelfs
plaats trad. In de oud-Noordsche myth. komt het schip nog in verschillende beteekenissen voor,
bijv, als symb. van den ondergang der zinnelijke wereld, als symb. der voortteling of bevruchting
enz. Uit een en ander komt men voor schip en ark tot dezelfde symb. beteekenis, en wordt het
duidelijk, waarom men de ark van Noach, als prototypus der christelijke kerk, en de arke des
verbonds, zooals wij reeds hierboven zeiden, als prototypus van het moederlijf der maagd Maria
aannam.— De voorstellingen van Noach komen in de oud-christelijke kunst zeer dikwijls voor; hij
staat nu eens in eene vierhoekige kast, welke de ark moet voorstellen, en heeft de armen uitgestrekt,
om den olijftak in ontvangst te nemen, dien de duif brengt; dan weerziet men hem aan het venster
van de ark staan. Deze staat op eene rots, den berg Ararat, of drijft op het water van den grooten
vloed: deze ark is het beeld van de strijdende kerk, welke in de stormen van het leven aan allen
eene toevlucht biedt. — In de christ. symboliek komen dikwijls af beeldingen van Christus, Maria en
andere heiligen in een schip voor. De beteekenis van die voorstellingen laat zich, hetzij dan mid-
dellijk of onmiddellijk, uit het hierboven gezegde afleiden, en moet niet verward worden met die
van het schip, dat als attribuut aan sommige heiligen is toegevoegd. Zoo wordt bijv. St Nicolaas
van Myra met een schip afgebeelcl, omdat hij volgens het verhaal door zijn gebed een schip uit
den storm redde, en dientengevolge patroon der schippers werd. Van St. Melanius zegt het ver-
 
Annotationen