DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.43156#0098
— 89 —
scheidt, gaandeweg, evenals de lengte der bloemstelen zelve, vermindert, zoodat als ’t ware al de
bloemen zich in een zelfde vlak schijnen te ontwikkelen (voorb. de pereboom fig. 29 2?).
3°. het aartje (spicula, fig. 29 2?) is eene bloeiwijze, waarbij de lengte p der bloemstelen
tot nul is gebracht, zoodat de bloemen schijnbaar direct op de as der bloeiwijze zijn ingeplant
(bijv. fig. 292? de lancetbladige weegbree, Plantago lanceolata). Men geeft den naam van katje
[amenhtm} aan de eenslachtige bloemaren, welke de bloeiwijze van vele woudboomen uitmaken;
doch in ’t algemeen zijn dit slechts aren, even als de andere.
4°. het scherm (umbella) is eene bloeiwijze, waarbij de afstand d, die het inplantingspunt
der opvolgende bloemstelen scheidt, nul wordt, en wel zoo, dat de bloemstelen op hetzelfde punt
schijnen te zijn ingeplant; hieruit volgt, dat al de schutbladen, uit welker oksels deze bloemstelen
opschieten, eene soort van kraag vormen, waaraan men den naam van involucrum (i, fig. 29 F")
geeft; men kan den kerseboom als voorbeeld voor het enkelvoudig scherm nemen (fig. 29 C).
5°. het hoofdje (capitulum) is eene bloeiwijze,
Fig. 30.
waarbij de lengte p der bloemstelen zoo
goed als nul is, even als de afstand d,
welke hunne punten van inplanting scheidt,
en wel zoo , dat de bloemen ƒ onmiddellijk
op een opgezwollen deel van de algemeene
as der bloeiwijze schijnen te zijn bijeen-
geplaatst; dit deel wordt de vruchtbo-
dem (receptaculump van het hoofdje ge-
noemd (zie de doorsnede fig. 30 A bij r).
De buitenste schutblaadjes vormen ook
hier eenen kraag, die het involucrum, i, van het hoofdje is (voorb. de akkerkruisdistel , Eryngium
campestre, fig. 30 2?).
Samengestelde bloeiwijze.
Wanneer de as der bloeiwijze bijtakken draagt, die zelve weder nieuwe dragen, d. w. z.
wanneer de as zich dikwijls vertakt, dan spreekt men van eene samengestelde bloeiwijze. In deze
zitten dus de bloemstelen zelve op takken, die weder op den hoofdtak of de as der bloeiwijze zijn
geplaatst. Zoodanige samengestelde bloeiwijze kan dus zijn een tros van trossen, cl. w. z. een
samengestelde tros; een scherm van schermen, dus een samengesteld scherm (fig. 31A ,
waarin I het gemeenschappelijk of algemeen involucrum, P den gemeenschappelijken of algemeenen
bloemsteel, i het bijzonder involucrum of involucellum, p den bloemsteel en f de bloem aan-
Zoo treft men ook aan eene aar van aren of samengestelde aar (fig. 31 B, koorn) enz. De
scheidt, gaandeweg, evenals de lengte der bloemstelen zelve, vermindert, zoodat als ’t ware al de
bloemen zich in een zelfde vlak schijnen te ontwikkelen (voorb. de pereboom fig. 29 2?).
3°. het aartje (spicula, fig. 29 2?) is eene bloeiwijze, waarbij de lengte p der bloemstelen
tot nul is gebracht, zoodat de bloemen schijnbaar direct op de as der bloeiwijze zijn ingeplant
(bijv. fig. 292? de lancetbladige weegbree, Plantago lanceolata). Men geeft den naam van katje
[amenhtm} aan de eenslachtige bloemaren, welke de bloeiwijze van vele woudboomen uitmaken;
doch in ’t algemeen zijn dit slechts aren, even als de andere.
4°. het scherm (umbella) is eene bloeiwijze, waarbij de afstand d, die het inplantingspunt
der opvolgende bloemstelen scheidt, nul wordt, en wel zoo, dat de bloemstelen op hetzelfde punt
schijnen te zijn ingeplant; hieruit volgt, dat al de schutbladen, uit welker oksels deze bloemstelen
opschieten, eene soort van kraag vormen, waaraan men den naam van involucrum (i, fig. 29 F")
geeft; men kan den kerseboom als voorbeeld voor het enkelvoudig scherm nemen (fig. 29 C).
5°. het hoofdje (capitulum) is eene bloeiwijze,
Fig. 30.
waarbij de lengte p der bloemstelen zoo
goed als nul is, even als de afstand d,
welke hunne punten van inplanting scheidt,
en wel zoo , dat de bloemen ƒ onmiddellijk
op een opgezwollen deel van de algemeene
as der bloeiwijze schijnen te zijn bijeen-
geplaatst; dit deel wordt de vruchtbo-
dem (receptaculump van het hoofdje ge-
noemd (zie de doorsnede fig. 30 A bij r).
De buitenste schutblaadjes vormen ook
hier eenen kraag, die het involucrum, i, van het hoofdje is (voorb. de akkerkruisdistel , Eryngium
campestre, fig. 30 2?).
Samengestelde bloeiwijze.
Wanneer de as der bloeiwijze bijtakken draagt, die zelve weder nieuwe dragen, d. w. z.
wanneer de as zich dikwijls vertakt, dan spreekt men van eene samengestelde bloeiwijze. In deze
zitten dus de bloemstelen zelve op takken, die weder op den hoofdtak of de as der bloeiwijze zijn
geplaatst. Zoodanige samengestelde bloeiwijze kan dus zijn een tros van trossen, cl. w. z. een
samengestelde tros; een scherm van schermen, dus een samengesteld scherm (fig. 31A ,
waarin I het gemeenschappelijk of algemeen involucrum, P den gemeenschappelijken of algemeenen
bloemsteel, i het bijzonder involucrum of involucellum, p den bloemsteel en f de bloem aan-
Zoo treft men ook aan eene aar van aren of samengestelde aar (fig. 31 B, koorn) enz. De