Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
— 90

bloeiwijze der bijtakken kan verschillen van de bloeiwijze der as , waarbij onderscheidene combinaties
kunnen voorkomen, zooals een tros van aren, een tuil van hoofdjes (hg. 31 C gemeen duizend-

blad, Achillea Millefolium, waarbij in D een deel der bloeiwijze is voorgesteld. Deze plant, van


Fig. 31-
Het twee- of dubbelgaffelige bijs

verre gezien , schijnt het voorkomen van eene umbella
te hebben. Beziet men haar echter met meer aandacht,
dan ontwaart men, dat zij kleine hoofdjes draagt.
Bijzondere bloeiwijze.
Wanneer de tak direct met eene bloem eindigt
en slechts een of twee bloemstelen (zelden meer) voort-
brengt , die zich onbepaald vertakken , dan zegt men dat
de bloeiwijze een bloeitop of bij scherm (cyma) is.
De eengaffelige bloeitop of sch roef (fig. 31 2?) is
eene bloeiwijze, waarbij de tak ma t\, na met eene
bloem t\ te zijn geëindigd, zijdelings boven het schut-
blad a , eenen tak abti voortbrengt, die zich onbepaald
vertakt; deze tak toch eindigt ook met eene bloem
t-i, vormt boven een schutblad b eenen tak b c tt, die
weder met eene bloem 4 eindigt, en zoo vervol-
gens. — Men heeft dus oogenschijnlijk met eenen
oneigenlijken tros te doen, waarvan de as abc de
niet recht zoude zijn; doch indien de schutbladen
zich duidelijk vertoonen , zal het onderscheid dadelijk
in 'toog vallen, daar hier het schutblad a bijv, te-
genovergesteld is aan de bloem 2 , terwijl, wanneer
men met eenen wezenlijken tros te doen had, de
steel van de bloem 2i zich juist boven het schut-
blad a zoude moeten bevinden. Men kan het smal-
bladige longenkruid (Pulmonaria angustifolia) als
voorbeeld der eengaffelige cyma aannemen.
herm (fig. 32) verschilt slechts in zooverre van het


voorgaande, dat de tak mat\, na met eene bloem t\ te zijn ge-
ëindigd , twee takken abtt, a b' doet ontspruiten uit de oksels
van twee schutbladen, die zich bij a bevinden, welke takken
zich dan weder als de eerste verdeelen, gelijk de fig. duidelijk
aanwijst. Bij deze bloeiwijze verkrijgt men dus ééne bloem van
de eerste orde, twee van de tweede, vier van de derde, acht van
de vierde, enz. Men kan de hoornbloem (Cerastiwit) als voorbeeld
voor deze bloeiwijze noemen.
Er komen ook driegaffelige cyma’s voor, maar de voorbeelden

van eene dergelijke bloeiwijze zijn zeldzaam.

Het lieve-vrouwebedstroo {Asperula odorata) worclt

onder de samengestelde bijschermen gerekend.

Gemengde bloeiwijze.
Het komt somtijds voor, dat de stand der bloemen nog samengestelder is, dan in een van de
voorgaande gevallen ; dit is onderandere het geval, wanneer de algemeene bloeiwijze van de as ge-
woon is, en die der takken eene der bijzondere bloeiwijzen volgt, waarover wij gesproken hebben.
Bijv, de roskastanje (Aesculus Hippocastanum) welke een tros van eengaffelige cyma’s is.
 
Annotationen