Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
Vermelding van eenige der vroegere, meest bekende vormen van het planten-
ornament.
Wanneer men tot eene juiste behandeling van het ornament wil komen, moet men beginnen
te breken met vormen, die, hoewel door het gebruik geijkt, niet in overeenstemming zijn te
brengen met ’t geen de natuur ons te aanschouwen geeft. Om meer dan ééne reden verkeert in
dit geval het zoogenoem-
de rankenornament,
waarvan wij het onna-
tuurlijke reeds op pag.
ioi, iio en 114 hebben
aangetoond. Behalve dit
nemen onder de orna-
mentvormen, vooral on-
der die uit de Renaissan-
ceperiode, de vruch-
Fig. 54. tenstreng en het fes¬
toen, ook wel vruchtensnoer of guirlande genoemd, eene voorname plaats in.
De vruchtenstreng is eene wrongachtige aaneenvoeging van bladeren, bloemen en vruchten
(vergelijk a.pl. 12), en is ontstaan uit eene tijdelijke feestdecoratie in Italië. Men omsloot hierbij
gewoonlijk door twee stijlen, die boven door eenen dwarsregel werden verbonden, en waarvan de
ondereinden in passende vazen waren geplaatst, eene deuropening, waarna dit getimmerte door
middel van banden, enz. , met bladeren , bloemen en vruchten werd bekleed. Bij half-cirkelvormig
afgesloten portalen werd de bovenregel door eenen boog vervangen. Eene reeks van in brons of
terra cotta, en later in stuco uitgevoerde ornamenten ontstond bij monumentale werken uit deze
feestdecoratie, en wij kunnen als eerste belangrijk voorbeeld voor de omsluiting van een portaal
door eene vruchtenstreng noemen, de deur van het Baptisterium te Florence, door Lorenzo Ghiberti
in bronsgietwerk uitgevoerd. Eene verdere ontwikkeling gaf aan deze vormbehandeling Lucca
della Robbia, welke deze versiering hoofdzakelijk uit geglazuurd aardewerk samenstelde, waarbij
hij met zijne weinige kleuren, n.1. geel, groen, blauw, violet en wit, eene krachtige werking
wist te verkrijgen. — De vruchtenstreng komt onder verschillende vormen voor, waarvan de
wrong, bij welke de versierende plantendeelen dicht op elkaar en onafgebroken voorkomen, het
meest is toegepast. Bij andere zijn deze versierende deelen bij groepen aan eenen band gebonden,
zoodat zij meer op den naam van vruchten hanger aanspraak maken.
Het festoen, dat wij reeds, wat den vorm betreft, onder de Romeinsche ornamenten aantreffen,
heeft zeer veel overeenkomst met de vruchtenstreng, daar het uit dezelfde elementen, n.1. bladeren,
bloemen en vruchten bestaat. In vorm en vooral in toepassing wijkt het echter van de streng af.
Het festoen bestaat uit eene kleine vruchtenstreng, welke in het midden dikker is en aan zijne
beide einden dun uitloopt. Deze beide einden (vergel. a.pl. 12) werden op geschikte plaatsen aan
den wand bevestigd, terwijl het dikkere midden in eene schoone elastische lijn meer of minder diep
afhing. Het verschil in de toepassing van de vruchtenstreng en het festoen is hierin gelegen, dat
de eerste als eene wezenlijke omsluiting of omlijsting diende, terwijl het festoen uitsluitend tot de
versiering en vulling van neutrale velden of in ’t algemeen vullende bouwdeelen, zooals de fries,
enz., werd gebezigd. Even als de streng, komt het festoen voor met gesloten en bundelvormige
pakking, terwijl sierlijk gebogen banden met golvende, fladderende einden tot de bevestiging
dienen. — Zoowel de streng als het festoen bezitten dus in hooge mate het karakter eener zoo-
genoemde feestdecoratie , en behooren dus alleen daar te worden gebezigd, waar de versiering hare
 
Annotationen