Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

De Dietsche warande: tijdschrift voor kunst en Zedegeschiedenis — 3: 9.1896

DOI Page / Citation link:
https://doi.org/10.11588/diglit.26591#0076

DWork-Logo
Overview
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
70 DE WAARHEID OMTRENT DEN GOEDENDAG.

gevangen genomen werd, onder den Graaf van St.
Pol (1371), van welk zegel ik hem een afgietsel
had ter hand gesteld. Op den gekroonden helm
ziet men twee afgewende kouters. Hetzelfde helm-
teeken komt voor op de zegels van Roelof Taye,
schildknaap (1338), Jan Tursias van Jauche (1351), van
Gérard le Borgne van Jauche, met een ronde muts
tusschen twee kouters (1374), van Lodewijk van Jupleux
(1355, n. st.), Willem van Spontin (1355, 1374), Willem
van IVilre (1) (1374), alle vijf ridders, en op het wapen
van Willem van Hofstaden, schepen van Mechelen
(1409).

Deze lijst kan gemakkelijk uitgebreid worden;
ik geef hier slechts eenige namen op, die mij in-
vielen, en die ik zonder moeite kan terug vinden
in mijne zeer talrijke aanteekeningen over middel-
eeuwsche zegels.

Dit veelvuldig voorkomen van het kouter, als
sieraad der ridderhelmen zou vreemd kunnen schij-
nen, als men er slechts een deel van een gewoon
landbouwwerktuig' in zien wil, maar laat zich zeer
goed verklaren, wanneer men er het ijzer van den
geduchten Goedendag in herkent.

Slechts ten gevolge van het behandelde ge-
schrift, heb ik dat helmteeken begrepen dat mij
eerst zoo raadselachtig toescheen.

Heeft het vlugschrift dus een heraldisch punt
opgehelderd, met meer reden is het eene ware ont-
hulling voor de vaderlandsche geschiedenis !

(1) Gérard le Borgne, Spontin en Wilre, streden bij Bastweiler
in het Brabantsche leger, en werden er gevangen genomen.
 
Annotationen