JACOB VAN LENNEP ALS WAREN AR.
2 ig
rhytmische strofen, noemt ze sonnet, en meent een
werk van hooge bezieling met meesterschap over
den vorm te hebben tot stand gebracht.
Op het klankrijke in de volzinnen komt het
aan, niet op de duidelijkheid der gedachte, niet op
het logische der volzinnen, niet op natuurlijke taal-
vormen. Vindt men geen rijmwoorden, men schrijft
eenvoudig blanke verzen en maakt er zich eene eer
uit zoo oorspronkelijk te zijn; ofwel men vindt rijm-
woorden uit van eigen sneê en fatsoen.
Is het sonnet gereed en weet men niet recht
zelf wat men heeft willen zeggen, zoo schrijft men
of wel den eersten regel af als titel van het stukje,
of wel men noemt het : Visioen, Extaze, Excelsior,
of wat niet al, en dan zijn ’t vaak zulke extazen,
visioenen, enz. als een bedronken kruier ze even goed
kon hebben.
Niet zoo van Lennep.
Vran Lennep had nooit visioenen! Van Lennep
had nooit extazen! Van Lennep schreef nooit boven
zijn werk Excelsior.
Maar wel : Een droom van Califoriiië, Tafereelen
enz. vermakelijk voorgesteld tot nut van groot en klein,
De vermakelijke spraakkunst — zijne romans daar-
gelaten.
Van Lennep wilde voor alles duidelijk, vrien-
delijk, nuchter zijn en niet als Angeniet op een
wolk tot den Olymp stijgen, gelijk onze lieve jeugd.
Van Lennep vatte het geheele leven vermakelijk
op. Gaudete! scheen zijne kenspreuk.
En zoo wordt hij hier voorgesteld, niet meer
of niet minder dan als Warenar in het spel van Hooft
Van Lennep was voorzitter veler gezelschappen,
waar men zich vermaakt, en zoo ook Eloofd van
2 ig
rhytmische strofen, noemt ze sonnet, en meent een
werk van hooge bezieling met meesterschap over
den vorm te hebben tot stand gebracht.
Op het klankrijke in de volzinnen komt het
aan, niet op de duidelijkheid der gedachte, niet op
het logische der volzinnen, niet op natuurlijke taal-
vormen. Vindt men geen rijmwoorden, men schrijft
eenvoudig blanke verzen en maakt er zich eene eer
uit zoo oorspronkelijk te zijn; ofwel men vindt rijm-
woorden uit van eigen sneê en fatsoen.
Is het sonnet gereed en weet men niet recht
zelf wat men heeft willen zeggen, zoo schrijft men
of wel den eersten regel af als titel van het stukje,
of wel men noemt het : Visioen, Extaze, Excelsior,
of wat niet al, en dan zijn ’t vaak zulke extazen,
visioenen, enz. als een bedronken kruier ze even goed
kon hebben.
Niet zoo van Lennep.
Vran Lennep had nooit visioenen! Van Lennep
had nooit extazen! Van Lennep schreef nooit boven
zijn werk Excelsior.
Maar wel : Een droom van Califoriiië, Tafereelen
enz. vermakelijk voorgesteld tot nut van groot en klein,
De vermakelijke spraakkunst — zijne romans daar-
gelaten.
Van Lennep wilde voor alles duidelijk, vrien-
delijk, nuchter zijn en niet als Angeniet op een
wolk tot den Olymp stijgen, gelijk onze lieve jeugd.
Van Lennep vatte het geheele leven vermakelijk
op. Gaudete! scheen zijne kenspreuk.
En zoo wordt hij hier voorgesteld, niet meer
of niet minder dan als Warenar in het spel van Hooft
Van Lennep was voorzitter veler gezelschappen,
waar men zich vermaakt, en zoo ook Eloofd van