Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

De Dietsche warande: tijdschrift voor kunst en Zedegeschiedenis — 3: 9.1896

DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.26591#0281

DWork-Logo
Überblick
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
DER NAVOLGING CHRISTI

273

de volgende woorden als slot : « Finitus et completus
anno domini MCCCCXLI. Per manus Fratris Thome
Kempis in monte sancte Agnetis prope Zwollis. » Het
handschrift bevat buiten de Navolging Christi, de
meeste kleine werken van Thomas. Naar eenige
nota’s van vroegere dagteekening, behoorde het hand-
schrift aan het klooster van Agnetenberg toe, uit
welks bouwvallen het in 1577 door den algemeenen
overste van de orde, Joannes Latomus, prior in
Marientroon bij Herenthals, opgenomen werd. Lato-
mus schonk het zijnen broeder Joannes Beller, welke
het z. z. opnieuw in 1590 aan de Jezuïeten van Ant-
werpen overliet. Van Antwerpen geraakte het hand-
schrift in de Burgondsche bibliotheek van Brussel
waar het nummer 5855-5861 draagt.

Buiten dit handschrift schijnt Thomas ook een
ander afschrift der Navolging Christi met eigene
hand geschreven te hebben, welk omtrent 1570 door
eenige vluchtende broeders van Agnetenberg naar
het Martinusgesticht te Leuven overgebracht werd.

Dit handschrift, hetwelk sedert dien ook verdwe-
nen is, bevatte de drie eerste boeken der Navolging en
vertoonde op de eerste bladzijde de volgende aantee-
kening : « Hic liber scriptus est manu ac caracteribus
reverendi et religiosi patris Thomae a Kempis cano-
nici regularis in monte s. Agnetis prope Subollam,
qui est author horum devotorum libellorum. »

Joannes Busch, die de kronijk van Agnetenberg
voortzette en naamlooze levensbeschrijvingen uit dien
tijd, beweren dat Thomas verschillende oorspronke-
lijke opstellen van godgeleerden aard geschreven
heeft. Eene verzameling dezer verscheen, zonder de
Navolging, te Utrecht in 1474, eene andere te Neuren-
berg in 1494. De catalogus dezer laatsten is in Ros-
 
Annotationen