Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

De Dietsche warande: tijdschrift voor kunst en Zedegeschiedenis — 3: 9.1896

DOI Page / Citation link:
https://doi.org/10.11588/diglit.26591#0609

DWork-Logo
Overview
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
J.-A. VAN DROOGENBROECK.

599

al is het verhaal hier afgebroken, wij kunnen raden
dat zij straks, na genoeg bewonderen hunner mee-
sterlijke schepping, den sneeuw een ander tijdver-
drijf zullen afvergen, dat van hunnen held met bal-
len te bestormen.

Inbeelding, zegt men misschien ? — Heel wel,
doch inbeelding gansch natuurlijk opgewekt door
de levendigheid zelve der schildering, al is zij nog
zoo zuinig in hare lijnen en kleuren. En daaraan
herkent men het werk van den meester.

Mogen de lieve volgende gedichten, getrokken
uit de tweede uitgave der Spreuken en Sproken
(Aalst, De Seyn-Verhougstraete, 1894), daarvan een
nieuw bewijs leveren.

Geloof en Hoop, Bemin en Werk.

Geloof en hoop

In ’s levens morgenstond,

Bemin en werk

In laatren zorgenstond.

Zoo wordt uw leven

Als des vaders akker,

Waarin de zoon

Een schat verborgen vond.

Leven, Geven, Sneven.

Wil niet beven

Voor uw leven !

Wie gekregen

Heeft, moet geven ;

Wat geboren

Werd, moet sneven.

Ieder zal zijn

Webbe weven;

Zij het kort ot

Lang, — om ’t even !

Waarom ons aan

’t Heden kleven ?
 
Annotationen