Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

De Dietsche warande: tijdschrift voor kunst en Zedegeschiedenis — 3: 9.1896

DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.26591#0623

DWork-Logo
Überblick
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
EEN HELD.

613

slechts een middel geweest om zijne schuld tegenover
hem uit te delgen, geen verplichting tegenover hem
te behouden. Hij had dit zeer goed gevoeld, en in
zijn hart daarvoor vergiffenis gevonden, al had hij
ook het loon voor zijne diensten geweigerd; maar
God laat niets onbeloond, en daar waar anderen
weer spoedig hunne erkentelijkheid vergaten, zond
Hij hem paarlen daarvoor in ruil, de tranen door
een schuldeloos kind over hem gestort!

III.

Twaalf dagen achtereen, keerde Madelon eiken
morgen tot hem weder, zond zij Lize eiken avond
naar het kleine groene huis; zij zelve bracht hem telkens
iets dat hem genoegen kon doen, bloemen uit haar
tuin, boschvruchten, een boek waarover zij hem
gesproken had, een kussen voor Hector. Steeds was
het iets anders, en toch altijd juist datgene waarnaar
hij zwijgend had verlangd, hij die zoo weinig wenschen
meer koesterde.

Tot hare vreugde, vond zij hem op een ochtend
weder aan zijne tafel zitten, die overdekt lag met
papieren.

« Gij zijt dus hersteld? » vroeg zij levendig.

« Het is alsof ik nieuw leven heb ontvangen;
maar ik erken dat ik dat hoofdzakelijk aan uwe
onvermoeide zorgen dank; want al houd ik er ook
niet van mijzelven toe te geven, weet ik wel dat
ik ditmaal den dood zeer nabij ben geweest. Gelukkig
is de aanval weer voorbij, en zal ik mij heden op
reis kunnen begeven. »

«. Op reis? » herhaalde zij verschrikt. « En dat
zoo zwak als gij nog zijt? »
 
Annotationen