Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

De Dietsche warande: tijdschrift voor kunst en Zedegeschiedenis — 3: 9.1896

DOI Page / Citation link:
https://doi.org/10.11588/diglit.26591#0256

DWork-Logo
Overview
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
248 GESCHIEDENIS DER BRUGSCHE HANZE.

Het blijkt dat de Duitschers zich niet enkel ter
vigilie of naar de uitvaart der kooplieden begaven,
maar insgelijks bij andere gelegenheden in korps
naar de kerk trokken. Overigens de hanze bezat
in de kerk hare gewaden en ten minste de groote
diensten der hanzemannen werden, met hun eigen
gewaad gecelebreerd. Zij hielden eene bijzondere kas
ten bate der kerksieraden, waarin zekere boeten,
zooals die der afwezigen bij eenen lijkdienst, gestort
werden. Dat die sieraden kostelijk waren, maakt men
hieruit op, dat er den 25" November 1375 vastgesteld
werd jaarlijks uit elk derde deel eenen man te kiezen
om het gouden gewaad en de verdere sieraden te
bewaren.

Al heb ik de hanze oppervlakkig bij eene ridderij
vergeleken, beter trekt zij opjieringen en gilden,
beschikkende, even als deze, over eigene statuten, die
de leden verbinden, over eigene rechtspleging door
het openbaar gezag erkend, over eigen beheer met
hoofdlieden en leden, over eigene gewaden en plaats
in de kerk. Die handelscorporatie is eene uiting van
den ■ geest van vereeniging, die de middeleeuwen in
alle vakken van ’s menschen werkzaamheid kenschetst.
Nood aan vereeniging riep de hanze in het leven,
gebrek aan eensgezindheid deed ze verkwijnen.
{Vervolgt) Dr. C. Buter (i).

(t) Deze duiknaam is uitgelegd in Dietsche Warande, t88q, bl. 63.
Verg. D. W. 1891, bl. 437.
 
Annotationen