Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

De Dietsche warande: tijdschrift voor kunst en Zedegeschiedenis — 3: 9.1896

DOI Page / Citation link:
https://doi.org/10.11588/diglit.26591#0300

DWork-Logo
Overview
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
292

TENTOONSTELLINGEN.

wijze van eene citroen heeft gebezigd, doet men zelfs hunne
spraak in den ban, en de hongaarsche joden kunnen nu
Magyaarsch spreken gelijk de oorspronkelijke inwoners. Het
tijdperk waarin het huis Habsburg over Hongarije heerscht,
wordt tijdperk van strijd genoemd en in een bijzonder gebouw
der duizendjarige tentoonstelling vertegenwoordigd, gelijk elders
Oud-Antwerpen, Oud-Amsterdam, Oud-Weenen, noemt men
hier dat tijdperk de * Historische hoofdgroep. » Men heeft hier
de zoogenaamde hongaarsche bouwkunst van den H. Stephan
tot aan de nieuwste tijden willen bekend maken : de kerk
en het klooster uit den tijd der Arpaden, het middel -
eeuwsche ridderslot, den renaissance-bouw, den lateren ves-
tingstoren van Schatzburg, de kapel van Cfölörtökhely, het
stadhuis van Barsfeld, de Plicselburg, de Tökölyburg, enz.

Uit de oorlogsgeschiedenis, de kerkelijke en wereldlijke
geschiedenis, worden de bijzonderste gebeurtenissen getoond.
Aan oud-Hongarije voegt zich het nieuwe; eene oude brug
leidt ons naar het tentoonstellingsdorp met kerk, stadhuis,
school, brandblusschershuis (.Feuerwchr).

Hier zal ook velerlei te zien zijn, wat niet tot een
« nationaal-Hongaarsche » tentoonstelling behoort. Veel wat
aan het krijgswezen van Oostenrijk in het algemeen toe-
komt. Men had hiervan kunnen afzien.

Van de andere zijde maakt het eenen verrassenden
indruk dat men voortbrengselen van Bosnië en Herzegowina
(Oostenrijksche rijkslanden) in een groote afdeeling op deze
nationaal-Hongaarsche tentoonstelling heeft bijeengebracht-
De Kroaten doen hier ook mee, maar deze hebben ten
minste eene afdeeling, die gescheiden is van de overige. —

Wij wenden ons nu naar de hoofdstad van romaansch
of fransch Zwitserland, namelijk Genève. Deze stad geeft
zich alle moeite om de tentoonstelling, die in 1883 in het
duitsch-zwitsersche Zürich plaats had, door alle middelen te
overtreffen. Het groot getal van reizigers naar het Zuiden
geeft aan deze tentoonstelling het uitzicht van goed te sla-
gen; te meer daar de prijzen der spoorwegen 40 tot 50 %
verminderd zijn.

Het gebouw dezer tentoonstelling loopt door de vlakte
van Plain-Palais, aan de Arve, en langs den voet van den
berg Saleve. Men prijst bijzonder de afdeeling voor kunst,
die, zoowel wat historische als moderne kunst betreft,
zeer uitgestrekt zal wezen. De daartoe gebouwde hal.
 
Annotationen