DOI Heft:
Nummer Een
DOI Artikel:Bie Leuveling Tjeenk, J.: De Jaarbeursgebouwen
DOI Seite / Zitierlink: https://doi.org/10.11588/diglit.29258#0022
DE JAARBEURSGEBOUWEN.
'P1CT\ü5TC'JA4DDCCJ2Sl3tD0trSi''TCüTCECMT "PLAN'DCD'VtDDiCPiNdtn'KnAAL'iA'600
p de vraag van de Redactie om in het nummer van dit tijdschrift, waarin
eenige Jaarbeurs-interieurs worden besproken, ook een paar teekeningen van
den aanstaanden permanenten bouw op te nemen, meende ik geen bezwaar
te moeten maken, maar nu ik er toe moet komen om een korte toelichting
te schrijven, nu aarzel ik toch wel. Er is over dien bouw, veel, heel veel gepubliceerd
en ettelijke malen heb ik aan belanghebbenden en belangstellenden een uitlegging van
die plannen gegeven; ik deed dat, omdat het Jaarbeursbelang het eischte en ik had
daarbij voornamelijk naar voren te brengen hoe of men zich de nieuwe behuizing der
Jaarbeurs moest voorstellen en welke de zeer vele en groote voordeelen boven den
tijdelijken bouw zoowel voor deelnemers als bezoekers zouden zijn. Wanneer ik echter
aan een kring van lezers als van dit tijdschrift mijn werk zuiver architectonisch moet
laten bezien, ja, dan kan ik niet beter doen dan te zeggen: wacht tot mijn werk vol-
dragen is, wacht tot hetgeen thans nog in mij is en dat door teekeningen en maquettes
uit den aard nooit juist is weer te geven, tot werkelijkheid geworden is. Naar mijne
meening is voor den architect, die de bouwkunst als ruimtekunst in zijn zuivere be-
teekenis voelt, het schoonste moment van een opdracht dat, waarop de verwezenlijking
van zijn ontwerp begint, waarin het vereischte vaste vertrouwen op den voorgrond moet
komen, dat het werk, zooals hij zich dat in zijn conceptie voorstelt, ook inderdaad zoo
worden zal. En waar nu, na het overwinnen van vele moeilijkheden thans definitief tot
den bouw van het eerste Jaarbeursgebouw besloten is, daar is aan den bouwmeester
niet het woord maar de daad.
Het instituut der Jaarbeurs is voor ons land een nieuw begrip; door velen wordt het
nog miskend en.wordt het bestaansrecht ervan betwijfeld, maar allen die het wezen er
van doorgronden zijn overtuigd van de onmisbaarheid er van voor de economische
ontwikkeling van ons land, terwijl voor hen tevens vast staat dat het begrip alleen in
de vaste gebouwen op juiste wijze tot uitdrukking kan komen.
Daardoor is de taak van den bouwmeester een zoo interessante; het gaat er niet alleen
om, om een goed en practisch bouwwerk te doen verrijzen; het is een zich inleven in de
vraag hoe of de Jaarbeurs thans is en hoe of hij zich ontwikkelen zal: de belichaming
van een bij uitstek moderne gedachte. J. DE BIE LEUVELING TJEENK
14
'P1CT\ü5TC'JA4DDCCJ2Sl3tD0trSi''TCüTCECMT "PLAN'DCD'VtDDiCPiNdtn'KnAAL'iA'600
p de vraag van de Redactie om in het nummer van dit tijdschrift, waarin
eenige Jaarbeurs-interieurs worden besproken, ook een paar teekeningen van
den aanstaanden permanenten bouw op te nemen, meende ik geen bezwaar
te moeten maken, maar nu ik er toe moet komen om een korte toelichting
te schrijven, nu aarzel ik toch wel. Er is over dien bouw, veel, heel veel gepubliceerd
en ettelijke malen heb ik aan belanghebbenden en belangstellenden een uitlegging van
die plannen gegeven; ik deed dat, omdat het Jaarbeursbelang het eischte en ik had
daarbij voornamelijk naar voren te brengen hoe of men zich de nieuwe behuizing der
Jaarbeurs moest voorstellen en welke de zeer vele en groote voordeelen boven den
tijdelijken bouw zoowel voor deelnemers als bezoekers zouden zijn. Wanneer ik echter
aan een kring van lezers als van dit tijdschrift mijn werk zuiver architectonisch moet
laten bezien, ja, dan kan ik niet beter doen dan te zeggen: wacht tot mijn werk vol-
dragen is, wacht tot hetgeen thans nog in mij is en dat door teekeningen en maquettes
uit den aard nooit juist is weer te geven, tot werkelijkheid geworden is. Naar mijne
meening is voor den architect, die de bouwkunst als ruimtekunst in zijn zuivere be-
teekenis voelt, het schoonste moment van een opdracht dat, waarop de verwezenlijking
van zijn ontwerp begint, waarin het vereischte vaste vertrouwen op den voorgrond moet
komen, dat het werk, zooals hij zich dat in zijn conceptie voorstelt, ook inderdaad zoo
worden zal. En waar nu, na het overwinnen van vele moeilijkheden thans definitief tot
den bouw van het eerste Jaarbeursgebouw besloten is, daar is aan den bouwmeester
niet het woord maar de daad.
Het instituut der Jaarbeurs is voor ons land een nieuw begrip; door velen wordt het
nog miskend en.wordt het bestaansrecht ervan betwijfeld, maar allen die het wezen er
van doorgronden zijn overtuigd van de onmisbaarheid er van voor de economische
ontwikkeling van ons land, terwijl voor hen tevens vast staat dat het begrip alleen in
de vaste gebouwen op juiste wijze tot uitdrukking kan komen.
Daardoor is de taak van den bouwmeester een zoo interessante; het gaat er niet alleen
om, om een goed en practisch bouwwerk te doen verrijzen; het is een zich inleven in de
vraag hoe of de Jaarbeurs thans is en hoe of hij zich ontwikkelen zal: de belichaming
van een bij uitstek moderne gedachte. J. DE BIE LEUVELING TJEENK
14