DOI Heft:
Nr. 1
DOI Artikel:Pit, Adriaan: Aanwinsten Nederl. Museum voor geschiedenis en kunst
DOI Seite / Zitierlink:https://doi.org/10.11588/diglit.19801#0030
Om bij den barokstijl te blijven, laat ik hier een bronsfiguur volgen (Fig. 3), eene
meermin, welke eertijds vermoedelijk als handvatsel op een meubel dienst gedaan heeft
en waarin wij een Venetiaansch werk uit het einde der 16de eeuw hebben te zien. De
weeke behandeling der eenigzins vloeiende vormen, waardoor de beteekenis der organische
onderdeden verdwijnt, wijst reeds op de tot zuiver ornament vervormde dieren van het
zoogenaamde kwab- of knorpelornament dat ook onze Nederlandsche kunstenaars, aller-
eerst de zilversmeden in de 17de eeuw, gaarne gebruikten. Wij beleven hier reeds eene
overdrijving van het kenmerkende streven van den barok welke tot opheffing der details
aanleiding geeft, tot verslapping der vormen. In ons land heeft echter de barok juist in
Fig. 3.
deze hare latere uitingen den meesten invloed gehad. Men zal dan ook de beteekenis welke
deze bronsfiguur voor onze verzameling heeft geredelijk beseffen.
De verzameling meubelen werd, behalve door de bovengenoemde stukken, verrijkt
met eene bergère (Fig. 4) welke, naast de strengere architectonische vormen van den stijl
van Lodewijk XVI, de elegante buigingen van den vrijen Lodewijk XV-stijl laat zien.
Voorts met een kleinen armstoel (Fig. 5) uit den tijd van Lodewijk XVI, geteekend door
Georges Jacob, het oudste en meest beroemde lid van de welbekende meubelmakers-
familie. Deze stoel die gelukkig de oorspronkelijke bekleeding met passement behouden
heeft, behoort zeker niet tot de rijkste stukken door G. Jacob afgeleverd, maar getuigt
toch niet minder van zijn vindingrijkheid en van zijn fijnen smaak.
18
meermin, welke eertijds vermoedelijk als handvatsel op een meubel dienst gedaan heeft
en waarin wij een Venetiaansch werk uit het einde der 16de eeuw hebben te zien. De
weeke behandeling der eenigzins vloeiende vormen, waardoor de beteekenis der organische
onderdeden verdwijnt, wijst reeds op de tot zuiver ornament vervormde dieren van het
zoogenaamde kwab- of knorpelornament dat ook onze Nederlandsche kunstenaars, aller-
eerst de zilversmeden in de 17de eeuw, gaarne gebruikten. Wij beleven hier reeds eene
overdrijving van het kenmerkende streven van den barok welke tot opheffing der details
aanleiding geeft, tot verslapping der vormen. In ons land heeft echter de barok juist in
Fig. 3.
deze hare latere uitingen den meesten invloed gehad. Men zal dan ook de beteekenis welke
deze bronsfiguur voor onze verzameling heeft geredelijk beseffen.
De verzameling meubelen werd, behalve door de bovengenoemde stukken, verrijkt
met eene bergère (Fig. 4) welke, naast de strengere architectonische vormen van den stijl
van Lodewijk XVI, de elegante buigingen van den vrijen Lodewijk XV-stijl laat zien.
Voorts met een kleinen armstoel (Fig. 5) uit den tijd van Lodewijk XVI, geteekend door
Georges Jacob, het oudste en meest beroemde lid van de welbekende meubelmakers-
familie. Deze stoel die gelukkig de oorspronkelijke bekleeding met passement behouden
heeft, behoort zeker niet tot de rijkste stukken door G. Jacob afgeleverd, maar getuigt
toch niet minder van zijn vindingrijkheid en van zijn fijnen smaak.
18