Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Hinweis: Ihre bisherige Sitzung ist abgelaufen. Sie arbeiten in einer neuen Sitzung weiter.
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 5.1912

DOI Heft:
Nr. 2
DOI Artikel:
Visscher, R.: Iets over Leeuwardens verleiden
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19801#0083

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
Jacob Noteboom de klokken van den Oldehove, die thans nog hare zware tonen over
de stad laten weergalmen. Van Regeeringswege werd de lakenbereiding bevorderd; de
Staten van Friesland stonden daartoe het Martena-huis als lakenfabriek en -hal af, eerst
aan Engelsche, en daarna aan Fransche manufacturiers, doch, hoezeer de Magistraat deze
poging steunde, zij is op niets uitgeloopen.

De welvaart bracht, met de weelde, de beoefening der schoone kunsten met zich.
Leeuwarden, dat een schilder kan aanwijzen als Wybrand de Geest, blonk ook uit door zijn
drijfwerk in edele metalen. De Poptaschotel en zooveel andere meesterstukken in goud
en zilver zijn daar om te bewijzen, hoe hoog deze kunst hier in de 17de eeuw stond.
De aanwezigheid van het Stadhouderlijk Hof, dat den Frieschen adel en vele aanzienlijke
vreemdelingen naar Leeuwarden trok, is niet zonder invloed gebleven op de ontwikkeling
der stad, terwijl de Regeeringscolleges en het Hof van Vriesland hunnen stempel drukten
op haar intellectueel leven.

Doch op deze jaren van voorspoed, volgde er in de 18de eeuw een tijdperk van
achteruitgang. In 1714 brak er voor het eerst een hevige runderpest in Friesland uit; deze
vertoonde zich in 1744 op nieuw en bleef bij afwisseling tot 1786 heerschen, waardoor
de veestapel zeer werd gedund en de algemeene welvaart in de provincie verminderde.
Dit, gevoegd bij vele andere oorzaken, waaronder het vertrek van het Stadhouderlijk Hof,
deed de stad kwijnen 1 2) en de Fransche overheersching verergerde dien toestand nog.

Sinds is er eene eeuw verloopen. 1812—1912! hoeveel is er in dit tijdperk niet
veranderd. Voor het verkeer te land van Leeuwarden met de overige provinciën was de
aanleg der straatwegen in de eerste helft der vorige eeuw reeds een feit van groote
beteekenis. En nu ligt dat tijdvak van diligences en trekschuiten reeds ver achter ons.
Stoombootverkeer en spoorwegverbindingen waren hier in het midden der 19de eeuw nog
onbekend; de eerste schroefstoomboot werd in 1855 op de Dockumer Ee in de vaart
gebracht en de eerste spoorweg, die naar Harlingen, in 1863 geopend. Ihans is de stad
een uitgangspunt van spoor- en tramwegen en voeren talrijke booten vee en landbouw-
en zuivelproducten ter markt. De veemarkt van Leeuwarden heeft ook in het buitenland
een goeden naam en is, na die van Rotterdam, de eerste in ons land 3).

Het meerdere handelsverkeer, het uitstekend onderwijs, de zucht tot centralisatie
trokken vele plattelandsbewoners naar de stad. Van veel belang is het ook voor Leeuwarden
geweest, dat het, bij de opheffing der provinciale gerechtshoven, zijn gerechtshof heeft
behouden. Het bevolkingscijfer is in deze eeuw van 16500—37500 gestegen, terwijl het
aantal woonhuizen van 3633—7817 klom.

1) Welk een demoraliseerden invloed deze achteruitgang op het volk had, bleek op 17 Augustus
1795, toen het gemeen, zonder dat de Overheid zich daartegen verzette, in den roes der revolutie, de
graven schond der Nassausche vorsten, nadat het reeds te voren de graftombes van Willem Lodewijk
en zijne gemalin Maria had verwoest.

2) Daar de marktplaats op het Zaailand te klein werd, is zij in 1874 verlegd naar een terrein

bij het station, dat sinds herhaaldelijk werd vergroot.

71
 
Annotationen