Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 5.1912

DOI Heft:
Nr. 2
DOI Artikel:
Boeles, P. C. J. A.: Beschrivjing der Leeuwarder Monumenten
DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.19801#0087

DWork-Logo
Überblick
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
waarvan nog over is een gewelfde kruisgang, behoorende bij de kosterij der Ned. Hervormde
Gemeente. Het oppervlak van den tegel heeft sporen van dunne, licht bruine glazuur,
terwijl de teekening van hoofd en dubbel rechtlijnige omlijsting eerst uitgegroefd en
daarna opgevuld is met een witte substantie, die aardig afsteekt bij het bruine fond

(Friesch Museum, fig. 10).

Zegel uit omstreeks de veertiende eeuw, in het museum. Eene
andere kerkelijke oudheid, het fraaie, diep ingesneden stempel
van geelkoper, dat Liudo priester van Liwert (Leeuwarden)
gewoon was te gebruiken (fig. 11) kwam voor den dag uit de
terp, tevens begraafplaats van het Nonnen-klooster Bethlehem
bij Wijns ten Noorden van Leeuwarden. Het randschrift luidt
S(igillum) Liudonis sacerdotis de Liwert.

Houten groepje uit het derde kwartaal der vijftiende eeuw.
Van alle sculptuur waarmede de Leeuwarder kerken in de
middeleeuwen versierd waren, heeft de beeldenstorm ons weinig
Fig. 11 Priesterzcgel meer overgelaten dan een gepolychromeerd houten groepje,

voorstellende Christus met gebonden handen, geleid door krijgs-
knechten, die beter gemodelleerd zijn dan de op-
pervlakkig behandelde hoofdpersoon. Volgens over-
levering werd het gered uit de tot 1595 aan de
Oldehove verbonden St. Vitusdom (Friesch Museum,
fig. 12).

Gevelsteen »Aed Leuwerd.” Ten slotte een
woord over een interessante gevelsteen in een huis
in de Groote Kerkstraat, tegenover het reeds ge-
noemde Sint-Anthonijgasthuis, een steen die getrouw
compareert in alle berichten omtrent den oorsprong
der stad, van Occo Scharlensis tot Buitenrust Het-
tema. Wij mogen van deze traditie niet afwijken!

De steen (fig. 13) vertoont een stins met torens
aan iederen hoek van het dak, het wapen van
Leeuwarden en het onderschrift »Aed Leuwerd,”
ten slotte het jaartal 1171, dat in verband met het
onderschrift wel geschikt is om de phantasie van
den geschiedschrijver te prikkelen. Eekhoff be-
schouwde hem als een dokument uit de twaalfde ^IIüutLn groePJe-

eeuw. De gebogen deksteen en het onderschrift met de insciptie: 1171 Vernieut 1762
zijn er in laatst gemeld jaar aan toegevoegd. Gabbema geeft in zijn »Verhaal van
Leeuwarden” van 1701 nog eene afbeelding van den oorspronkelijken toestand, waaruit
blijkt dat onder »Aed Leuwerd” op een thans verdwenen gedeelte, toen reeds het jaartal

6

75
 
Annotationen