Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Editor]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 5.1912

DOI issue:
Nr. 2
DOI article:
Boeles, P. C. J. A.: Beschrivjing der Leeuwarder Monumenten
DOI Page / Citation link:
https://doi.org/10.11588/diglit.19801#0091

DWork-Logo
Overview
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
kleur en schaduw. Het meest worden wij aan de gothiek herinnerd door den, in afwijking
met Franeker’s raadhuis, naar achteren springenden topgevel met pynakel slanke beelden,
waarvoor thans een balustrade loopt, die den overgang vormt tusschen hoofdgevel en
dak. Curieus is het den heer Boeken met het oog op die balustrade, die eene al te
horizontale afsluiting geeft aan dit in opgaanden stijl geconcipieerde werk, te hooren
betoogen dat de meester hier onontkoombaar verward raakte in de beide stijlen. Immers
is de tegenwoordige balustrade zuiver een werk van de na te noemen restauratie, waarvoor
de zekere gegevens ontbraken. Reeds op de teekening van Pronk van 1754, voorkomende
in de «Tegenwoordige Staat van Friesland” ontbreekt de balustrade! Dat Bartholomeus
Janszoon «Coninklijcke Majesteits bouwmeester”, de architect is geweest mag wel als zeker
aangenomen worden, daar hij in Juli 1571 te Leeuwarden gesignaleerd werd, in gezelschap van
een raad van den Hove,
den aanleg van een
nieuwe straat ten gerieve
van de kanselarij voor-
bereidend. Die straat, de
tegenwoordige Koning-
straat, met het museum
als hoekhuis, is er in-
derdaad gekomen.

Het aardige bordes
met de schilddragende
leeuwen draagt het jaar-
tal 1621. Het gaf toe-
gang tot de groote zaal
met de «Vierschaar,”
waar het Hof zijn zit-
tingen hield in burger-
lijke en in strafzaken,
van den raadsheer van de Sande toont ons die vierschaar omstreeks 1670. Van de latere
inrichting van de kanselarij, omstreeks 1785, geeft de «Tegenwoordige Staat” eene zeer
nauwkeurige beschrijving. Bij de lezing voelt men eene zekere ergenis bij zich opkomen.
Immers van de fraaie balie voor de advocaten met kolommen naar de korintische orde,
zeer fraai met lofwerk van wijngaardranken besneden; van het «net eiken plafond” dat
de geheele Vierschaar overdekte en geschraagd werd door zich krommende beelden; van
de schouw, met schilderstuk, verbeeldende Salomon’s eerste recht, zelfs van de door Viglius
van Aytta ten geschenke gegeven albasten poort, is er niets meer over, behalve een bezijden
de Vierschaar aan den muur geplaatste, uitstekende vuist van eikenhout, met daarbij
behoorende memoriesteen van 1574 (Friesch Museum). Een en ander werd geplaatst ter
herdenking, dat Carste Luitjes van Oosterwolde zijnen Grietman Rommert Friesema na


Fig. 16. Détail van de Waag.

De gegraveerde titelprent (fig. 14), van het jurisprudentiewerk

79
 
Annotationen