het Mauritshuis. In 1633 beliep het getal der schilderijen reeds niet minder dan 288.
Zelfs in 1786 toen de schrijver van den »Tegenwoordige Staat van Friesland” het nog
slechts af en toe bewoonde paleis beschreef, was de meubileering en stoffeering herinnerend
aan de statielievende Anna van Hannover, de gemalin van Willem IV, nog zeer rijk.
De tegenwoordige eetzaal of oranjezaal herinnert nog het meest aan den ouden toestand.
De acht in het beschot gevatte geschilderde portretten van Oranje vorsten schijnen
nog dezelfde te zijn, die er o. a. in de 18de eeuw hingen. Z. M. Koning Willem III gaf
ze in 1880 met de losse schilderstukken ten geschenke1 2) aan het Friesch Genootschap, dat
in 1877 in dit paleis zijn luister-
rijke Historische Tentoonstelling van
Friesland had gehouden. Deze losse
stukken zijn over gebracht naar het
museum, terwijl de vaste doeken op
voorwaarde van restauratie weder
in bruikleen werden afgestaan aan
het Rijk tot luister van de woning
der commissarissen des Konings.
Hopman heeft ze alle verdoekt.
Dat Wybrandt de Geest voor
het Friesche Hof gewerkt heeft wist
zelfs Vondel die rijmde:
O Geest, die in het Vriesche Hof
Het leven geeft aan asch en stof,
En zweeft, met geestige penseelen
En verf, op doecken en paneelen.
Bewaard, doch niet te Leeu-
warden, bleef ook het groote houten
tongewelf van omstreeks 1600, uit
de danszaal, beschilderd met sym-
metrische gouden grotesken in den
- . . Fig. 20. De raadzaal,
van H. Vredeman de Vries, op
bruinen grond; men vindt het in het Rijksmuseum te Amsterdam (Ned. Museum),
evenals het chineesche beschot uit de eerste helft der 18de eeuw, waarmede een kabinetje
naast de slaapkamer van »Hare Hoogheid” was gestoffeerd 3).
1) 52e Verslag van het Friesch Genootschap, blz. 15, waar deze stukken worden beschreven. Van
de naar het museum overgebrachte doeken zijn er onderscheidene gereproduceerd in het door Gebr. Cohen
uitgegeven werk »Orange-Nassau Galerij”, o. a. de groote, door Johann Valentin Tischbein in 1751
geschilderde portretten van Willem IV en Anna van Hannover.
2) Dit plafond is afgebeeld door Prof. Vogelsang, «Hollaendische Moebel”, pl. XII, waar ook
voor het eerst de juiste herkomst vermeld wordt. Het chineesche beschot wordt door hem beschreven
en afgebeeld in den «Catalogus van meubelen in het Nederlandsch Museum” No. 36 en pl. XVIII.
83
Zelfs in 1786 toen de schrijver van den »Tegenwoordige Staat van Friesland” het nog
slechts af en toe bewoonde paleis beschreef, was de meubileering en stoffeering herinnerend
aan de statielievende Anna van Hannover, de gemalin van Willem IV, nog zeer rijk.
De tegenwoordige eetzaal of oranjezaal herinnert nog het meest aan den ouden toestand.
De acht in het beschot gevatte geschilderde portretten van Oranje vorsten schijnen
nog dezelfde te zijn, die er o. a. in de 18de eeuw hingen. Z. M. Koning Willem III gaf
ze in 1880 met de losse schilderstukken ten geschenke1 2) aan het Friesch Genootschap, dat
in 1877 in dit paleis zijn luister-
rijke Historische Tentoonstelling van
Friesland had gehouden. Deze losse
stukken zijn over gebracht naar het
museum, terwijl de vaste doeken op
voorwaarde van restauratie weder
in bruikleen werden afgestaan aan
het Rijk tot luister van de woning
der commissarissen des Konings.
Hopman heeft ze alle verdoekt.
Dat Wybrandt de Geest voor
het Friesche Hof gewerkt heeft wist
zelfs Vondel die rijmde:
O Geest, die in het Vriesche Hof
Het leven geeft aan asch en stof,
En zweeft, met geestige penseelen
En verf, op doecken en paneelen.
Bewaard, doch niet te Leeu-
warden, bleef ook het groote houten
tongewelf van omstreeks 1600, uit
de danszaal, beschilderd met sym-
metrische gouden grotesken in den
- . . Fig. 20. De raadzaal,
van H. Vredeman de Vries, op
bruinen grond; men vindt het in het Rijksmuseum te Amsterdam (Ned. Museum),
evenals het chineesche beschot uit de eerste helft der 18de eeuw, waarmede een kabinetje
naast de slaapkamer van »Hare Hoogheid” was gestoffeerd 3).
1) 52e Verslag van het Friesch Genootschap, blz. 15, waar deze stukken worden beschreven. Van
de naar het museum overgebrachte doeken zijn er onderscheidene gereproduceerd in het door Gebr. Cohen
uitgegeven werk »Orange-Nassau Galerij”, o. a. de groote, door Johann Valentin Tischbein in 1751
geschilderde portretten van Willem IV en Anna van Hannover.
2) Dit plafond is afgebeeld door Prof. Vogelsang, «Hollaendische Moebel”, pl. XII, waar ook
voor het eerst de juiste herkomst vermeld wordt. Het chineesche beschot wordt door hem beschreven
en afgebeeld in den «Catalogus van meubelen in het Nederlandsch Museum” No. 36 en pl. XVIII.
83