academie. Vooral aan het einde der 1/de en in het begin der 18de eeuw het de bloei
van deze hoogeschool, die zelfs onderscheidene vreemdelingen tot zich trok, niets te
wenschen over. Tegenwoordige verhoudingen in aanmerking genomen, klinkt het haast
ongelooflijk — en toch is het zoo — dat tusschen 1685—1715 hier in het kleine Franeker
meer studenten ingeschreven werden dan te Utrecht en te Groningen. De statistiek uit
de jaren 1685—1695 geeft b. v. in totaal voor Leiden 3224, Franeker 1169, Groningen
696 en voor Utrecht 615 ingeschrevenen1).
Fig. 30. De Sint Maartenskerk.
Bij het begin der 18de eeuw was de toestand, ook al tengevolge der verwarde
tijden, recht kwijnend. Napoleon, doortastend als gewoonlijk, hief deze hoogeschool op,
na zich door Cuvier en Noëll behoorlijk te hebben laten inlichten betreffende de
gestichten van openbaar onderwijs in Nederland. Den 24en Juni 1811 stapte Cuvier, de
groote geleerde, af op Klein-Lankum, een buitenplaats bij Franeker, als gast van Camper,
zoon van den beroemden professor Petrus Camper, die op ditzelfde Klein-Lankum met
1) Alsvoren, I, blz. 70.
99
van deze hoogeschool, die zelfs onderscheidene vreemdelingen tot zich trok, niets te
wenschen over. Tegenwoordige verhoudingen in aanmerking genomen, klinkt het haast
ongelooflijk — en toch is het zoo — dat tusschen 1685—1715 hier in het kleine Franeker
meer studenten ingeschreven werden dan te Utrecht en te Groningen. De statistiek uit
de jaren 1685—1695 geeft b. v. in totaal voor Leiden 3224, Franeker 1169, Groningen
696 en voor Utrecht 615 ingeschrevenen1).
Fig. 30. De Sint Maartenskerk.
Bij het begin der 18de eeuw was de toestand, ook al tengevolge der verwarde
tijden, recht kwijnend. Napoleon, doortastend als gewoonlijk, hief deze hoogeschool op,
na zich door Cuvier en Noëll behoorlijk te hebben laten inlichten betreffende de
gestichten van openbaar onderwijs in Nederland. Den 24en Juni 1811 stapte Cuvier, de
groote geleerde, af op Klein-Lankum, een buitenplaats bij Franeker, als gast van Camper,
zoon van den beroemden professor Petrus Camper, die op ditzelfde Klein-Lankum met
1) Alsvoren, I, blz. 70.
99