Het zou niet overbodig geweest zijn als Dr. Bredius nog had vermeld, dat Quast
(vermoedelijk in 1638) een portret te halverlijve, blootshoofds, in rijke kleeding, van den
Prins heeft gemaakt, bekend door de gravure van C. van Queborn, vermeld in van
Someren’s portretcatalogus No. 280, en ook dat Quast in 1638 den Prins op het
Buitenhof aan het hoofd zijner lijfwacht heeft afgebeeld, zooals de gravure beschreven
door Fred. Muller, Nederlandsche Historieprenten, onder No. 1794, laat zien.
Bovendien heeft Quast den titel gemaakt voor: Algebra Ofte Nieuwe Stel-Regel van
Johan Stampioen d’Jonghe Mathematicus. Toe ge Eijgent Zijn Hoogheyt den Prince van
Orange A°. 1639. (Dit in opdracht van Stampioen, die Quast, zijnde beiden leermeester
van Prins Willem II, heeft moeten kennen).
Dat nu bepaald aangenomen kan worden,
dat Quast den Prins teekenonderwijs heeft
gegeven, bewijst het onbekende, onlangs in
mijn bezit gekomen en hier gereproduceerde
portret van den Prins (hoog 54 c.M. breed
42 c.M.), door Quast op een eiken paneel
in sprekende kleuren geschilderd in 1636,
hetzelfde jaar waarin hij volgens Dr. Corn.
Hofstede de Groot zijn kleurigste schilderij
»Soldaten in een keuken” maakte, welk schil-
derij zich bevindt op het slot Kronenborg.
Bij het zien van het portret vermoedde
ik al dadelijk, dat, niettegenstaande de bij-
zondere wijze van voorstelling, de jeugdige
persoon een lid van het Huis van Oranje
moest zijn. De gelaatsuitdrukking deed mij
denken aan de portretten van de dochtertjes
van Prins Frederik Hendrik, gegraveerd door
Corn. Visscher, naar Ger. van Honthorst,
waarmede zij ook werkelijk zeer veel over-
eenkomst heeft. In mijn meening werd ik nog
versterkt doordien de roode baret, welke de Prins draagt, met een oranje veder versierd
is en over de bloote borst, gedeeltelijk door een blauwen (door de oude vernislaag thans
groen schijnenden) mantel bedekt, een kostbare keten hangt. Het monogram P. QI (Pieter
Quast) in den linkerbovenhoek bracht mij bovengenoemde prenten naar Pieter Quast
in herinnering. De donkerbruine oogen en het bruine haar zijn tevens afdoende bewijzen,
dat de voorgestelde Prins Willem van Oranje is. Een schilder, die den Prins met gedeeltelijk
ontbloote borst heeft mogen schilderen, hem heel huiselijk een kolf in de hand gevende,
heeft wel op een goeden voet moeten staan met Prins Frederik Hendrik en Amalia van Solms,
want zonder hunne toestemming zou Quast zulk een portret zeker niet gemaakt kunnen hebben.
Portret van Prins Willem II door Pieter Quast.
136
(vermoedelijk in 1638) een portret te halverlijve, blootshoofds, in rijke kleeding, van den
Prins heeft gemaakt, bekend door de gravure van C. van Queborn, vermeld in van
Someren’s portretcatalogus No. 280, en ook dat Quast in 1638 den Prins op het
Buitenhof aan het hoofd zijner lijfwacht heeft afgebeeld, zooals de gravure beschreven
door Fred. Muller, Nederlandsche Historieprenten, onder No. 1794, laat zien.
Bovendien heeft Quast den titel gemaakt voor: Algebra Ofte Nieuwe Stel-Regel van
Johan Stampioen d’Jonghe Mathematicus. Toe ge Eijgent Zijn Hoogheyt den Prince van
Orange A°. 1639. (Dit in opdracht van Stampioen, die Quast, zijnde beiden leermeester
van Prins Willem II, heeft moeten kennen).
Dat nu bepaald aangenomen kan worden,
dat Quast den Prins teekenonderwijs heeft
gegeven, bewijst het onbekende, onlangs in
mijn bezit gekomen en hier gereproduceerde
portret van den Prins (hoog 54 c.M. breed
42 c.M.), door Quast op een eiken paneel
in sprekende kleuren geschilderd in 1636,
hetzelfde jaar waarin hij volgens Dr. Corn.
Hofstede de Groot zijn kleurigste schilderij
»Soldaten in een keuken” maakte, welk schil-
derij zich bevindt op het slot Kronenborg.
Bij het zien van het portret vermoedde
ik al dadelijk, dat, niettegenstaande de bij-
zondere wijze van voorstelling, de jeugdige
persoon een lid van het Huis van Oranje
moest zijn. De gelaatsuitdrukking deed mij
denken aan de portretten van de dochtertjes
van Prins Frederik Hendrik, gegraveerd door
Corn. Visscher, naar Ger. van Honthorst,
waarmede zij ook werkelijk zeer veel over-
eenkomst heeft. In mijn meening werd ik nog
versterkt doordien de roode baret, welke de Prins draagt, met een oranje veder versierd
is en over de bloote borst, gedeeltelijk door een blauwen (door de oude vernislaag thans
groen schijnenden) mantel bedekt, een kostbare keten hangt. Het monogram P. QI (Pieter
Quast) in den linkerbovenhoek bracht mij bovengenoemde prenten naar Pieter Quast
in herinnering. De donkerbruine oogen en het bruine haar zijn tevens afdoende bewijzen,
dat de voorgestelde Prins Willem van Oranje is. Een schilder, die den Prins met gedeeltelijk
ontbloote borst heeft mogen schilderen, hem heel huiselijk een kolf in de hand gevende,
heeft wel op een goeden voet moeten staan met Prins Frederik Hendrik en Amalia van Solms,
want zonder hunne toestemming zou Quast zulk een portret zeker niet gemaakt kunnen hebben.
Portret van Prins Willem II door Pieter Quast.
136