DOI issue:
Nr. 6
DOI article:Portheine, H.: Orgels, orgelbouwers, orgelgebruik en organisten in de voormalige St. Martinius- en in de tegenwoordige in St. Eusebius - of groote Kerk te Arnhem
DOI Page / Citation link:https://doi.org/10.11588/diglit.19801#0207
Na de gevallen beslissing werd het bouwen spoedig aangevangen en zoodanig
voortgezet, dat den 16en Mei 1769 door den Raad besloten kon worden het oude orgel,
dat nog steeds gebruikt was geworden, af te breken. Het nieuwe orgel werd in 1770
geheel voltooid.
Het is geplaatst tusschen de vier torenmuren en wordt bovendien door vier kolommen
van blauw marmer met
kapiteelen en basementen
van wit marmer gedragen,
waardoor het voor een ge-
deelte buiten den toren en
in de kerk is gebouwd.
Het is uitgevoerd in den
stijl van Lodewijk XV en
maakt door zijne fraaie uit-
voering, groote afmetingen
en welluidenden klank een
machtigen en bezielenden
indruk.
Het heeft drie hand-
klavieren, die keurig be-
werkt zijn en een vrij
pedaal. De noodige wind
wordt geleverd door acht
blaasbalgen, van welke drie
afzonderlijk voor de pedaal-
laden zijn. Het pijpwerk
van binnen en het front-
werk zijn geheel van zuiver
tin en de houten pijpen
van het vrije pedaal zijn
van resonanshout vervaar-
digd, zoodat aan de uit-
voering de meest mogelijke
zorg is besteed.
Bij het bouwen heeft men zich niet alleen beijverd een uitmuntend orgel te
bekomen, maar men wenschte tevens er een te bezitten, dat fraai kon worden genoemd.
Daartoe heeft de stad zich belangrijke offers getroost, welke bijna honderd en veertig
duizend gulden bedragen. Alle bouwstoffen zijn door de stad geleverd, welke bij de
onkosten in rekening gebracht zijn. Aan de orgelmakers werd voor kunst- en arbeids-
loon — buiten de beeldhouwers, schrijnwerkers en timmerlieden — ƒ20000.— uitbetaald.
Oorspronkelijke teekening voor het orgel in de Groote kerk te Arnhem.
195
voortgezet, dat den 16en Mei 1769 door den Raad besloten kon worden het oude orgel,
dat nog steeds gebruikt was geworden, af te breken. Het nieuwe orgel werd in 1770
geheel voltooid.
Het is geplaatst tusschen de vier torenmuren en wordt bovendien door vier kolommen
van blauw marmer met
kapiteelen en basementen
van wit marmer gedragen,
waardoor het voor een ge-
deelte buiten den toren en
in de kerk is gebouwd.
Het is uitgevoerd in den
stijl van Lodewijk XV en
maakt door zijne fraaie uit-
voering, groote afmetingen
en welluidenden klank een
machtigen en bezielenden
indruk.
Het heeft drie hand-
klavieren, die keurig be-
werkt zijn en een vrij
pedaal. De noodige wind
wordt geleverd door acht
blaasbalgen, van welke drie
afzonderlijk voor de pedaal-
laden zijn. Het pijpwerk
van binnen en het front-
werk zijn geheel van zuiver
tin en de houten pijpen
van het vrije pedaal zijn
van resonanshout vervaar-
digd, zoodat aan de uit-
voering de meest mogelijke
zorg is besteed.
Bij het bouwen heeft men zich niet alleen beijverd een uitmuntend orgel te
bekomen, maar men wenschte tevens er een te bezitten, dat fraai kon worden genoemd.
Daartoe heeft de stad zich belangrijke offers getroost, welke bijna honderd en veertig
duizend gulden bedragen. Alle bouwstoffen zijn door de stad geleverd, welke bij de
onkosten in rekening gebracht zijn. Aan de orgelmakers werd voor kunst- en arbeids-
loon — buiten de beeldhouwers, schrijnwerkers en timmerlieden — ƒ20000.— uitbetaald.
Oorspronkelijke teekening voor het orgel in de Groote kerk te Arnhem.
195