Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]: Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond (2.Ser. 5.1912)

levendig hielden, werden uit de kerk weggehaald en weggestopt in dit koor, dat door

een muur werd afgescheiden van de kerk.

Daar hangen ze nu — het regent en sneeuwt er naar binnen — aan eene zekere
vernieling zijn ze prijs gegeven — evenals een graftombe, die reeds half in den grond
is weggezonken.

Toch wil men ze wel graag weer in de kerk een eereplaats geven. Na zooveel

Pastorie te Schelluinen, voorzijde.

Naar eene photographie opgenomen door het Rijksbureau voor de Monumenten.

jaren is de oude veete vergeten. De vereeniging Oud-Gorcum zal op de eenige thans nog
levende vrouwelijke nakomeling een beroep doen, opdat zij de borden weer late opknappen,
zoodat ze weer geschikt zijn om in de kerk te worden opgehangen. Ik weet zeker, dat
men ze daar met genoegen terug zal ontvangen. Mogen deze oudgedienden dan weer uit
den tocht en regen gehaald worden, waar ze niet meer tegen kunnen. Misschien dat dan
ook nog eens gekeken wordt naar dat achterschip — opdat dat deel niet in een storm-
achtigen nacht omver waait, zooals het bovendeel van de spits van den toren van Spijk, dat

204