DOI Heft:
Nr. 6
DOI Artikel:Dingemans, W. J.: De pastorie van Schelluinen en andere mededeelingen uit de omgeving van Gorinchem
DOI Seite / Zitierlink:https://doi.org/10.11588/diglit.19801#0217
met kruis en haan tijdens den grooten storm in October naar beneden waaide. Hij ziet er nu
triest uit met zijn scheven hoed, de oude toren. Zoo kan hij niet blijven! Eerst was er
sprake van, dat hij met een goedkoopen dop op te kijk zou worden gezet, maar de
Burgemeester van Spijk deelt mij gelukkig mede, dat een mooie hooge hoed voor hem
besteld zal worden — een in stijl — een deftige — te maken volgens teekening van het
Departement van Binnenlandsche Zaken, zoodat deze oude heer weer geholpen zal worden.
i
Pastorie te Schelluinen, achterzijde.
Naar eene photographie opgenomen door het Rijksbureau voor de Monumenten.
Maar er is nog een ander oudgediende in deze streek, die ernstig zorg geeft. De
eeuwen hebben de krachten van de pastorie van Schelluinen zoover gesloopt, dat spoedige
voorziening noodig is. Een jaar of zeventig geleden, zoo om en bij, zijn een dorpstimmerman
en een metselaar, zeker onder aangenomen werk, bezig geweest met hem op te knappen. Tegen
wat die wellicht brave lieden met hem deden, heeft hij niet lang meer gekund. De ankers
van den noordgevel werden, toen de top daarvan werd afgebroken, niet meer gelascht —
terwijl de zuidgevel zijn kracht verloor, doordat de groote schouw gelijkvloers werd
205
triest uit met zijn scheven hoed, de oude toren. Zoo kan hij niet blijven! Eerst was er
sprake van, dat hij met een goedkoopen dop op te kijk zou worden gezet, maar de
Burgemeester van Spijk deelt mij gelukkig mede, dat een mooie hooge hoed voor hem
besteld zal worden — een in stijl — een deftige — te maken volgens teekening van het
Departement van Binnenlandsche Zaken, zoodat deze oude heer weer geholpen zal worden.
i
Pastorie te Schelluinen, achterzijde.
Naar eene photographie opgenomen door het Rijksbureau voor de Monumenten.
Maar er is nog een ander oudgediende in deze streek, die ernstig zorg geeft. De
eeuwen hebben de krachten van de pastorie van Schelluinen zoover gesloopt, dat spoedige
voorziening noodig is. Een jaar of zeventig geleden, zoo om en bij, zijn een dorpstimmerman
en een metselaar, zeker onder aangenomen werk, bezig geweest met hem op te knappen. Tegen
wat die wellicht brave lieden met hem deden, heeft hij niet lang meer gekund. De ankers
van den noordgevel werden, toen de top daarvan werd afgebroken, niet meer gelascht —
terwijl de zuidgevel zijn kracht verloor, doordat de groote schouw gelijkvloers werd
205