Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Marius, Gerarda Hermina
De Hollandsche schilderkunst in de negentiende eeuw — s'-Gravenhage: Martinus Nijhoff, 1920

DOI Page / Citation link:
https://doi.org/10.11588/diglit.71148#0083
Overview
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
HOOFDSTUK V

DE VOORLOOPERS VAN DE HAAGSCHE SCHOOL

De schildersfamilie Van Os, van wie Jan, de oudste, zijn zoon
Georgius Jacobus Johannes, de bloemschilder, zijn broer Pieter
Gerardus, de veeschilder, de meest bekenden waren, kan stellig
bogen op goede hoedanigheden, zonder dat ieder voor zich tegen-
woordig anders van belang is, dan omdat hij de leermeester ge-
weest is van volgende geslachten. Bovendien was er nog Pieter
Frederik, de zoon van den laatsten, die in het genre zijns vaders
voortwerkte, en een Margaretha, zuster van zijn vader, allen te
zamen vormend een geslacht, dat van 1744 tot 1841, dus zoowat
een eeuw lang, schilderde. De vader was bloemschilder, doch werd
hierin ver overtroffen door zijn zoon en leerling, die een goed, ja,
in enkele opzichten een voortreffelijk bloemschilder genoemd
mag worden. De nauwkeurige, ofschoon geenszins opdringende
teekening der bloemen heeft hij zeker voor een groot deel te dan-
ken aan zijn bijdragen voor de Flora Batava van Kops, waardoor
hij een uitvoerigheid bereikte, welke hij met een kloeke composi-
tie gelukkig wist te vereenigen. Vooral zijn voorgronden, waar
meest eenig dood wild en vruchten liggen, granaatappels of prui-
men, treffen door een krachtige uitbeelding, ook wat kleur be-
treft, zonder dat deze eigenschappen ook weer ten volle uitkomen,
wat allicht door gemis aan eenheid veroorzaakt wordt. Zijn
bloemstukken werden hoogelijk gewaardeerd. In 1845 werd voor
een dezer op een openbare verkooping de som van ƒ 5650 besteed.
Zijn broeder Pieter Gerardus was evenzeer beroemd. Hij schil-
derde op de manier van Potter en hoewel hij zijn eerste onderwijs
in het schilderen van zijn vader kreeg, vormde hij zich door co-
pieeren geheel naar zijn illustre voorbeeld. Ook zijn de episodes
uit het beleg van Naarden, waaraan hij als kapitein der vrijwilli-
 
Annotationen