Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Marius, Gerarda Hermina
De Hollandsche schilderkunst in de negentiende eeuw — s'-Gravenhage: Martinus Nijhoff, 1920

DOI Page / Citation link:
https://doi.org/10.11588/diglit.71148#0070
Overview
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
HOOFDSTUK IV

DE LANDSCHAP- EN GENRESCHILDERS

De geschiedenis onzer schilderkunst in de 19de eeuw leert ons,
dat de oorsprong van iedere nieuwe beweging, van elke bloei-
periode, ja, zelfs van een poos van verhoogde opgewektheid onder
de jongere meesters, in een wrijving, in een prikkel — doorgaans
van buiten af — haar oorsprong vindt, ook al zijn de schilders
zich zelden van de oorzaak bewust, ook al komt de kentering
welke zij dikwijls meer ondergaan hebben dan gewild eerst later
tot hen. Komt deze wrijving op een keerpunt, dan kan zij de vonk
doen ontvlammen, welke den kunstenaar nieuw inzicht, nieuwe
lust geeft en aan de kunst eene nieuwe richting. En al was in den
aanvang der negentiende eeuw de tijd er niet naar, dat iets, op
welk gebied ook, tot bloei zou geraken, zoo was er toch beweging,
zij het ook, dat deze de Hollandsche schilderkunst meer van, dan
in de goede richting zou brengen. Toch is een verkeerde actie in
ieder geval goed om reactie, om verzet te weeg te brengen en van
dit verzet getuigen nu juist de, onder den wat geüsurpeerden
roem der gevierde schilders van de eerste helft der negentiende
eeuw door, volgens de oude traditie eenvoudig geschilderde land-
schappen en interieurs van hen, die men als de voorloopers der
Haagsche school kan beschouwen.
Is het niet gemakkelijk, den oorsprong te vinden eener schil-
dersperiode, nog ondoenlijker is het, de oorzaken na te gaan van
de tegenwerkingen, van het verzet, waardoor een of ander feit
niet de gevolgen heeft, welke het, logisch beschouwd, hebben
moest. Maeterlinck noemt dit ontkomen aan gevaren het gevolg
eener intuïtieve waarschuwing, door het onbewuste in den mensch
aan zijn intelligentie gedaan. Wil men deze oplossing materieeler
overgebracht hebben, dan kan men haar zelfbehoudsinstinct noe-
 
Annotationen