DE ROMANTIEK.
53
ontving van den bekenden landschapschilder Lessing. In 1846
vestigde hij zich te Amsterdam, omdat hij in deze stad met zijn
eerste portret-bijdrage: „Een jonge vrouw", op de stedelijke ten-
toonstelling een groot succes had gehad.
Daar begon hij met het schilderen van „Het Gebed", „De
Godsdienstoefening der Puriteinen", „The Pilgrimfathers", dat
op weg naar Amerika verongelukte, maar door de lithografie van
Allebé bekend is gebleven, werken, waarmee hij veel naam maakte
Een Engelsche kritiek dier dagen noemt „De drie Maria's naar het
graf gaande" een verheven onderwerp, grootsch van teekening en
sober uitgevoerd. De figuren zijn waardig maar levend; de drape-
rieën zijn op klassieke wijze gevormd en bewonderenswaardig ge-
schilderd ; en al de accessoires van de voorstelling overeenkomstig
gehouden met de beginselen van eenvoud, eenheid en harmonie.
Het is wel gezegd, dat men betreurde, dat hij door zijn vele por-
tret-bestellingen dit genre moest laten rusten. Toch gelooven wij,
dat de vele en groote bewonderaars van zijn portretten deze lots-
beschikking evenmin betreurd zullen hebben als het geslacht na
hem. Want dit is zeker, gedurende de latere jaren was zijn roem
uitsluitend die van een gevoelig, een enkele maal geniaal por-
tretschilder. Ook in Duitschland waardeerde men hem later zeer.
De Kölnische Zeitung schreef naar aanleiding van zijn portret
van Van Lennep: „Deze portretschilder is buiten Holland weinig
bekend, maar behoort niettemin in zijn vak tot de eerste meesters
van onzen tijd". Den gloed zijner portretten had hij dan ook aan
Rembrandt ontleend en, ondanks zijn Duitsche opvoeding, koos
hij zich dezen, dien hij boven alle Hollanders bewonderde, van
den aanvang af tot voorbeeld. Zijn voornaamste leerling was zijn
talentvolle dochter Thérèse, de bekende portretschilderes.
53
ontving van den bekenden landschapschilder Lessing. In 1846
vestigde hij zich te Amsterdam, omdat hij in deze stad met zijn
eerste portret-bijdrage: „Een jonge vrouw", op de stedelijke ten-
toonstelling een groot succes had gehad.
Daar begon hij met het schilderen van „Het Gebed", „De
Godsdienstoefening der Puriteinen", „The Pilgrimfathers", dat
op weg naar Amerika verongelukte, maar door de lithografie van
Allebé bekend is gebleven, werken, waarmee hij veel naam maakte
Een Engelsche kritiek dier dagen noemt „De drie Maria's naar het
graf gaande" een verheven onderwerp, grootsch van teekening en
sober uitgevoerd. De figuren zijn waardig maar levend; de drape-
rieën zijn op klassieke wijze gevormd en bewonderenswaardig ge-
schilderd ; en al de accessoires van de voorstelling overeenkomstig
gehouden met de beginselen van eenvoud, eenheid en harmonie.
Het is wel gezegd, dat men betreurde, dat hij door zijn vele por-
tret-bestellingen dit genre moest laten rusten. Toch gelooven wij,
dat de vele en groote bewonderaars van zijn portretten deze lots-
beschikking evenmin betreurd zullen hebben als het geslacht na
hem. Want dit is zeker, gedurende de latere jaren was zijn roem
uitsluitend die van een gevoelig, een enkele maal geniaal por-
tretschilder. Ook in Duitschland waardeerde men hem later zeer.
De Kölnische Zeitung schreef naar aanleiding van zijn portret
van Van Lennep: „Deze portretschilder is buiten Holland weinig
bekend, maar behoort niettemin in zijn vak tot de eerste meesters
van onzen tijd". Den gloed zijner portretten had hij dan ook aan
Rembrandt ontleend en, ondanks zijn Duitsche opvoeding, koos
hij zich dezen, dien hij boven alle Hollanders bewonderde, van
den aanvang af tot voorbeeld. Zijn voornaamste leerling was zijn
talentvolle dochter Thérèse, de bekende portretschilderes.