Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Marius, Gerarda Hermina
De Hollandsche schilderkunst in de negentiende eeuw — s'-Gravenhage: Martinus Nijhoff, 1920

DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.71148#0274
Überblick
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
HOOFDSTUK XIII

DE NIEUWE FORMULE

Johannes Theodoor, genaamd Jan Toorop, in 1858 te Poer-
woredjo op Java geboren, was de eerste, die ten onzent het zoo-
genaamde nieuw-impressionnisme uit Frankrijk over Brussel en
de Vingtisten overbracht. Hoewel hij in Amsterdam behoorde tot
de hiervoor genoemde generatie, kan men, sinds hij zijn eigenlijke
opleiding ontvangen had in het groote mouvement der jonge
Belgen, van hem zeggen, een nieuwe beweging in de Hollandsche
schilderkunst in 't leven geroepen te hebben. In 1889 arrangeerde
hij in het panoramagebouw te Amsterdam een tentoonstelling der
XX, waar hij zijn „Broek in Waterland," en zijn eveneens in gedi-
viseerde kleuren geschilderde „Schemeravondidylle," als deel uit-
makend der Vingtisten, exposeerde, een tentoonstelling, die, on-
danks het vele belangwekkende en het vele mooie, over het alge-
meen weinig indruk maakte.
Wat Toorop vóór deze tentoonstelling gemaakt moge hebben
— en hij had met eenige teekeningen vanLondensche armoede zich
reeds als een verrassend realist doen kennen, — dit is zeker, dat
zijn werk hier insloeg door een nieuwe visie der Hollandsche wei-
den, van het Noordzeestrand en van de motieven, te vinden in het
visschersleven. Het sterkst kwam dit uit in zijn „Broek in Water-
land", een schilderij, waarin voor de eerste maal aanvaard werden
de nuchtere lijnen van een Noord-Hollandsche weide, doorsneden
met rechtlijnige slooten, waarop het eenig accident korte stomp-
jes van knotwilgen waren, een visie zonder eenige vermooiing,
zonder eenig zoeken om iets harmonieus te vinden in deze vlakten,
waar de oranje-lucht der ondergaande zon de slooten vulde met
oranje, brutaal tegen het donkere groen der weiden en tegen de
lichte lucht. Men dacht niet, of het mooi of leelijk was; het was de
 
Annotationen