52
DE ROMANTIEK.
de jongeren behield, ligt misschien juist in die neiging naar de
romantiek, in dat streven, om zijn portretten karakters te geven.
In zekeren zin te sterk onderstreepte geestelijke eigenschappen
kunnen op den duur alleen boeien, wanneer zij onbewust zijn, of
belangrijk als schilderwerk, of althans in zekeren stijl uitgevoerd
zijn. Wanneer Jozef Israëls het suggestieve portret van zijn kunst-
broeder, den landschapschilder Roelofs schildert, dan onder-
streept hij in het zoeken van den mensch onder de maatschappe-
lijke vernis geen enkele eigenschap ten koste van een andere. En
misschien alleen een schilder kan in de oogen van het portret den
schilder herkennen; en nog is dit geheel ondergeschikt aan het
intense leven, dat hier ademt in de wijdgeopende neusgaten, onder
het hooge voorhoofd, in de oogen onder de borstelige wenkbrau-
wen. Terwijl, als Schwartze het portret van den hoogleeraar Op-
zoomer, den filosoof, schildert, een portret, welks opvatting door
de vrienden van den professor zoo hoogelijk bewonderd werd
omdat Schwartze dezen denker, als Faust, in een oogenblik van
wanhoop, van machteloosheid schilderde, dan is er nu, voor een
volgend geslacht, zoo iets theatraals in de houding, zoo iets van
een tooneelspeler in zijn rol, dat het meer op een rhetorische frase
dan op een mensch lijkt.
Hiermee is in geenen deele gezegd, dat Schwartze geen uitmun-
tend schilder zou wezen en dat bijvoorbeeld evenals bij Lenbach
in den lateren tijd de schilder zich geheel zou opofferen aan den
psycholoog; want, ofschoon Duitscher van geboorte, heeft hij wel
zeker in zijn schilderen die karaktertrekken, die van Holland-
schen huize zijn: mooie, warme schaduwen, forsche, halve tonen
en krachtig gemodelleerd licht, solide peinture, aandacht in de
uitvoering, volheid en compleetheid. Het zelfportret van den
schilder is zeker een der allermooiste uitingen der Nederlandsche
romantiek; het portret zijner vrouw, waarmede hij in der tijd
grooten opgang maakte, heeft de charme, welke men, hoe de
vormen ook wisselen, ten allen tijde in een vrouwenportret waar-
deert; in zeketen zin is het portret van dr. Rive krachtig te noe-
men, terwijl zijn kinderportretten eveneens bizonder van opvat-
ting zijn. Amsterdammer van geboorte, vertrok hij, jong nog,
met zijn ouders naar Philadelphia en kwam van daar op vier-en-
twintig-jarigen leeftijd in 1838 te Dusseldorf, waar hij zes jaar
de academie volgde onder Schadow en Sohn, en tegelijk privaatles
DE ROMANTIEK.
de jongeren behield, ligt misschien juist in die neiging naar de
romantiek, in dat streven, om zijn portretten karakters te geven.
In zekeren zin te sterk onderstreepte geestelijke eigenschappen
kunnen op den duur alleen boeien, wanneer zij onbewust zijn, of
belangrijk als schilderwerk, of althans in zekeren stijl uitgevoerd
zijn. Wanneer Jozef Israëls het suggestieve portret van zijn kunst-
broeder, den landschapschilder Roelofs schildert, dan onder-
streept hij in het zoeken van den mensch onder de maatschappe-
lijke vernis geen enkele eigenschap ten koste van een andere. En
misschien alleen een schilder kan in de oogen van het portret den
schilder herkennen; en nog is dit geheel ondergeschikt aan het
intense leven, dat hier ademt in de wijdgeopende neusgaten, onder
het hooge voorhoofd, in de oogen onder de borstelige wenkbrau-
wen. Terwijl, als Schwartze het portret van den hoogleeraar Op-
zoomer, den filosoof, schildert, een portret, welks opvatting door
de vrienden van den professor zoo hoogelijk bewonderd werd
omdat Schwartze dezen denker, als Faust, in een oogenblik van
wanhoop, van machteloosheid schilderde, dan is er nu, voor een
volgend geslacht, zoo iets theatraals in de houding, zoo iets van
een tooneelspeler in zijn rol, dat het meer op een rhetorische frase
dan op een mensch lijkt.
Hiermee is in geenen deele gezegd, dat Schwartze geen uitmun-
tend schilder zou wezen en dat bijvoorbeeld evenals bij Lenbach
in den lateren tijd de schilder zich geheel zou opofferen aan den
psycholoog; want, ofschoon Duitscher van geboorte, heeft hij wel
zeker in zijn schilderen die karaktertrekken, die van Holland-
schen huize zijn: mooie, warme schaduwen, forsche, halve tonen
en krachtig gemodelleerd licht, solide peinture, aandacht in de
uitvoering, volheid en compleetheid. Het zelfportret van den
schilder is zeker een der allermooiste uitingen der Nederlandsche
romantiek; het portret zijner vrouw, waarmede hij in der tijd
grooten opgang maakte, heeft de charme, welke men, hoe de
vormen ook wisselen, ten allen tijde in een vrouwenportret waar-
deert; in zeketen zin is het portret van dr. Rive krachtig te noe-
men, terwijl zijn kinderportretten eveneens bizonder van opvat-
ting zijn. Amsterdammer van geboorte, vertrok hij, jong nog,
met zijn ouders naar Philadelphia en kwam van daar op vier-en-
twintig-jarigen leeftijd in 1838 te Dusseldorf, waar hij zes jaar
de academie volgde onder Schadow en Sohn, en tegelijk privaatles