DOI Artikel:
Byvanck, Alexander W.: Noord-Nederlandsche miniaturen, [5]: een schilderschool te Delft
DOI Seite / Zitierlink: https://doi.org/10.11588/diglit.19960#0195
NOORD-NEDERLANDSCHE MINIATUREN.
189
op een band, geteekend in den rand van fol. 25 vo: Iste liber scriptus et
perfectus est in monasterio Vallisjosaph(at)” ‘). Reeds de Heer
De Vreese, die den kalender van dit handschrift heeft uitgegeven, merkte op, dat
daarmede het klooster van S. Agnes te Delft wordt bedoeld. Later heeft Dr. W. Kohier
te Weimar mij opmerkzaam gemaakt op een
dergelijke aanteekening in een handschrift
te Brussel * 2). Daar lezen wij op fol. 116
(Afbeelding 1), in een gekleurden band langs
den tekst: „Iste liber scriptus et
illuminatus est in monasterio
Vall(is) Josa(phat)”. Dit handschrift,
dat op een eenigszins andere, meer primitieve,
maar toch blijkbaar verwante manier is ver-
sierd, moet omstreeks 1440 zijn ontstaan. De
gegevens, waarover wij beschikken, stellen ons
op deze wijze in staat de ontwikkeling der
schilderkunst in het Klooster van S. Agnes van
1440 af gedurende een veertig of vijftig jaren in
bijzonderheden te volgen.
Het Klooster van S. Agnes te Delft 3),
genaamd Sint Agnieten in het dal van Josaphat
of Spieringsklooster, is gesticht in het begin der
15de eeuw; het was aangesloten bij het kapittel
van Sion en bezat rijke goederen. Van de andere
vrouwenkloosters te Delft was het Klooster van
S. Agatha 4 5), dat nog in de 14de eeuw is ge-
sticht, het oudste en het aanzienlijkste. Het
was het moederklooster van het Klooster van
S. Barbara °), dat ook zeer voornaam en rijk
was. Van het Klooster van S. Ursula en de
jftp in itii ■» *
>ffmjtrö2mm8 fanr
lm tüfwa momlöAm
{«tpttfaïFplmifïtmfl
wumngtf fcia.manr
|giouoftHiirtfl
fotaao ftfolfltoiü. ma mmtwM»
m tr fpmi traü. imgo urnr pauw. is
£füti?pmwyityT0püÖ'pQmi.'T0ii5
uuframiöifc&usfaiuns rrgiaof.
fTirtsiJifpim Almnf.ujm cortfoia
mjmsfrmöul^maf.pjt ilia fanr
win rrmfüwtóüOnn imaa qua
mümut fpwms mus ui uia uom
rjminitr Mn prrgMmfimt axtiw n
0Tid «Immaams rrfrfpuim faux
i n ro mnaMtuaffrftluts iüixö
3uuml miflma quoD Qpmf'ctt
l ? fpmuis ïmiarn m tr.Ur p iitam
mmma-mffiunmimi ymm
Afb. 1. Brussel, Hs. 21696, fol. 116.
Elfduizend Maagden is nagenoeg
■) Noord-Nederlandsche Miniaturen, pl. 212.
2) Brussel, Kon. Bibliotheek, Hs. 21696 (Catal. 778); Noord-Nederlandsche Miniaturen,
pl. 168 en 209.
3) Uit dit Klooster zijn afkomstig de handschriften te Leiden, Letterkunde 240, en te Londen,
Britsch Museum, Egerton 675.
4) B. W. F. van Riemsdijk, Historische beschrijving van het klooster St. Agatha met het Prinsen-
hof te Delft (1912); Cath. M. A. Gips, Bulletin van den Oudheidk. Bond 2de S. XI (1918), blz. 154.—
Aan dit Klooster heeft behoord het handschrift der Kon. Bibliotheek 78J47 (Catal. 121; verg. 889).
5) De Catalogus der bibliotheek van dit Klooster berust te ’s-Gravenhage in de Koninklijke
Bibliotheek, Hs. 130 E 24; W. Moll, De boekerij van het St. Barbaraklooster te Delft (1857); K. O.
Meinsma, Middeleeuwsche bibliotheken (1902), blz. 251—252.
189
op een band, geteekend in den rand van fol. 25 vo: Iste liber scriptus et
perfectus est in monasterio Vallisjosaph(at)” ‘). Reeds de Heer
De Vreese, die den kalender van dit handschrift heeft uitgegeven, merkte op, dat
daarmede het klooster van S. Agnes te Delft wordt bedoeld. Later heeft Dr. W. Kohier
te Weimar mij opmerkzaam gemaakt op een
dergelijke aanteekening in een handschrift
te Brussel * 2). Daar lezen wij op fol. 116
(Afbeelding 1), in een gekleurden band langs
den tekst: „Iste liber scriptus et
illuminatus est in monasterio
Vall(is) Josa(phat)”. Dit handschrift,
dat op een eenigszins andere, meer primitieve,
maar toch blijkbaar verwante manier is ver-
sierd, moet omstreeks 1440 zijn ontstaan. De
gegevens, waarover wij beschikken, stellen ons
op deze wijze in staat de ontwikkeling der
schilderkunst in het Klooster van S. Agnes van
1440 af gedurende een veertig of vijftig jaren in
bijzonderheden te volgen.
Het Klooster van S. Agnes te Delft 3),
genaamd Sint Agnieten in het dal van Josaphat
of Spieringsklooster, is gesticht in het begin der
15de eeuw; het was aangesloten bij het kapittel
van Sion en bezat rijke goederen. Van de andere
vrouwenkloosters te Delft was het Klooster van
S. Agatha 4 5), dat nog in de 14de eeuw is ge-
sticht, het oudste en het aanzienlijkste. Het
was het moederklooster van het Klooster van
S. Barbara °), dat ook zeer voornaam en rijk
was. Van het Klooster van S. Ursula en de
jftp in itii ■» *
>ffmjtrö2mm8 fanr
lm tüfwa momlöAm
{«tpttfaïFplmifïtmfl
wumngtf fcia.manr
|giouoftHiirtfl
fotaao ftfolfltoiü. ma mmtwM»
m tr fpmi traü. imgo urnr pauw. is
£füti?pmwyityT0püÖ'pQmi.'T0ii5
uuframiöifc&usfaiuns rrgiaof.
fTirtsiJifpim Almnf.ujm cortfoia
mjmsfrmöul^maf.pjt ilia fanr
win rrmfüwtóüOnn imaa qua
mümut fpwms mus ui uia uom
rjminitr Mn prrgMmfimt axtiw n
0Tid «Immaams rrfrfpuim faux
i n ro mnaMtuaffrftluts iüixö
3uuml miflma quoD Qpmf'ctt
l ? fpmuis ïmiarn m tr.Ur p iitam
mmma-mffiunmimi ymm
Afb. 1. Brussel, Hs. 21696, fol. 116.
Elfduizend Maagden is nagenoeg
■) Noord-Nederlandsche Miniaturen, pl. 212.
2) Brussel, Kon. Bibliotheek, Hs. 21696 (Catal. 778); Noord-Nederlandsche Miniaturen,
pl. 168 en 209.
3) Uit dit Klooster zijn afkomstig de handschriften te Leiden, Letterkunde 240, en te Londen,
Britsch Museum, Egerton 675.
4) B. W. F. van Riemsdijk, Historische beschrijving van het klooster St. Agatha met het Prinsen-
hof te Delft (1912); Cath. M. A. Gips, Bulletin van den Oudheidk. Bond 2de S. XI (1918), blz. 154.—
Aan dit Klooster heeft behoord het handschrift der Kon. Bibliotheek 78J47 (Catal. 121; verg. 889).
5) De Catalogus der bibliotheek van dit Klooster berust te ’s-Gravenhage in de Koninklijke
Bibliotheek, Hs. 130 E 24; W. Moll, De boekerij van het St. Barbaraklooster te Delft (1857); K. O.
Meinsma, Middeleeuwsche bibliotheken (1902), blz. 251—252.