DOI article:
Byvanck, Alexander W.: Noord-Nederlandsche miniaturen, [5]: een schilderschool te Delft
DOI article:Lunsingh Scheurleer, C. W.: Grieksche Oudheden in Nederland
DOI Page / Citation link: https://doi.org/10.11588/diglit.19960#0207
NOORD-NEDERLANDSCHE MINIATUREN.
201
Ook deze miniaturen zijn gevat in een omlijsting van Gothische architectuur
en omgeven door grootendeels geschilderd randwerk met gestyleerde bladeren,
natuurlijke bladeren en bloemen, veel vogels en andere dieren in de hoeken, halve
figuren van musiceerende engelen of profeten op zijde en figuren van heiligen
(meestal van vrouwelijke heiligen) aan den voet.
De wijze van schilderen en de kleuren herinneren aan het zooeven genoemde
Haagsche handschrift. Het in elkander zetten van een landschap of interieur, het
groepeeren van personen en zelfs het plaatsen van huizen om een plein kostte
blijkbaar geen moeite. Maar ook in dit geval worden wij niet geboeid. Een enkele
maal wellicht kan een der figuren of een gedeelte van den achtergrond ons treffen
en om de voorstellingen mogen deze schilderstukjes misschien onze belangstelling
verdienen, de manier van afbeelden kan ons slechts weinig bekoren. Alleen als
decoratie hebben deze miniaturen beteekenis.
Dat moet ook ons eindoordeel zijn over de „Delftsche” schilderschool. Voor
het versieren van handschriften (en van gedrukte boeken) was het talent of liever
de vlijtige zorg der nonnen van het Agnietenklooster voldoende. Waar een moeilijker
opgaaf werd gesteld, schoten zij te kort; de krachtige traditie, die daarvoor noodig
was, ontbrak in het Delftsche klooster.
A. W. BYVANCK.
GRIEKSCHE OUDHEDEN IN NEDERLAND.
Terwijl in deze opstellen tot nu toe slechts voorwerpen van meer bescheiden
kunstwaarde zijn behandeld, kunnen wij door de welwillendheid van den eigenaar,
Mr. G. A. van Haeften, ditmaal een belangrijk stuk bespreken en in afbeelding
voorleggen.
Alvorens tot een bespreking daarvan over te gaan, moeten wij vermelden,
dat de Heer van Haeften eene kleine verzameling bezit van voorbeelden der antieke
kleinkunst, als de roodfigurige hydria, die op de Rotterdamsche tentoonstelling
1911/12 aanwezig was en in den catalogus besproken werd (F 33), benevens eenige
vazen van zoogenaamd attischgeometrischen stijl, eenige terracotta’s en een enkel
fragment van brons, welke wij hier niet nader zullen bespreken, aangezien soort-
gelijke voorwerpen reeds in ons eerste opstel behandeld zijn en de aard van dit
tijdschrift een al te groote specialiseering op dit gebied verbiedt.
Belangrijker dan deze stukken is een zwartfigurige lekythos, afkomstig uit
de collectie Wolters te München, waarop de strijd van Theseus en den Minotaurus
voor het labyrinth, terwijl Ariadne aan de andere zijde daarvan staat. Deze is
door den vroegeren eigenaar uitvoerig besproken (Sitzungsberichte Akademie Mün-
chen 1913, 4 Abh.).
Het stuk, dat wij hier nader behandelen, stelt voor een stier door een leeuw
201
Ook deze miniaturen zijn gevat in een omlijsting van Gothische architectuur
en omgeven door grootendeels geschilderd randwerk met gestyleerde bladeren,
natuurlijke bladeren en bloemen, veel vogels en andere dieren in de hoeken, halve
figuren van musiceerende engelen of profeten op zijde en figuren van heiligen
(meestal van vrouwelijke heiligen) aan den voet.
De wijze van schilderen en de kleuren herinneren aan het zooeven genoemde
Haagsche handschrift. Het in elkander zetten van een landschap of interieur, het
groepeeren van personen en zelfs het plaatsen van huizen om een plein kostte
blijkbaar geen moeite. Maar ook in dit geval worden wij niet geboeid. Een enkele
maal wellicht kan een der figuren of een gedeelte van den achtergrond ons treffen
en om de voorstellingen mogen deze schilderstukjes misschien onze belangstelling
verdienen, de manier van afbeelden kan ons slechts weinig bekoren. Alleen als
decoratie hebben deze miniaturen beteekenis.
Dat moet ook ons eindoordeel zijn over de „Delftsche” schilderschool. Voor
het versieren van handschriften (en van gedrukte boeken) was het talent of liever
de vlijtige zorg der nonnen van het Agnietenklooster voldoende. Waar een moeilijker
opgaaf werd gesteld, schoten zij te kort; de krachtige traditie, die daarvoor noodig
was, ontbrak in het Delftsche klooster.
A. W. BYVANCK.
GRIEKSCHE OUDHEDEN IN NEDERLAND.
Terwijl in deze opstellen tot nu toe slechts voorwerpen van meer bescheiden
kunstwaarde zijn behandeld, kunnen wij door de welwillendheid van den eigenaar,
Mr. G. A. van Haeften, ditmaal een belangrijk stuk bespreken en in afbeelding
voorleggen.
Alvorens tot een bespreking daarvan over te gaan, moeten wij vermelden,
dat de Heer van Haeften eene kleine verzameling bezit van voorbeelden der antieke
kleinkunst, als de roodfigurige hydria, die op de Rotterdamsche tentoonstelling
1911/12 aanwezig was en in den catalogus besproken werd (F 33), benevens eenige
vazen van zoogenaamd attischgeometrischen stijl, eenige terracotta’s en een enkel
fragment van brons, welke wij hier niet nader zullen bespreken, aangezien soort-
gelijke voorwerpen reeds in ons eerste opstel behandeld zijn en de aard van dit
tijdschrift een al te groote specialiseering op dit gebied verbiedt.
Belangrijker dan deze stukken is een zwartfigurige lekythos, afkomstig uit
de collectie Wolters te München, waarop de strijd van Theseus en den Minotaurus
voor het labyrinth, terwijl Ariadne aan de andere zijde daarvan staat. Deze is
door den vroegeren eigenaar uitvoerig besproken (Sitzungsberichte Akademie Mün-
chen 1913, 4 Abh.).
Het stuk, dat wij hier nader behandelen, stelt voor een stier door een leeuw