29. Alleen de voorwerpen, die werkelijk verdienen voortdurend en algemeen
bezichtigd te worden, behooren tentoongesteld te worden.
Ook eene keuze uit de topographische en historische atlassen is als doorloopende
tentoonstelling gewenscht, b.v. om den groei van het geographische ressort in beeld te brengen.
30. Ieder museum bezitte buiten de tentoonstellingszalen een depot, waar bewaard
wordt wat ongeschikt of niet van genoeg belang is voor voortdurende vertooning aan
alle bezoekers en dat voor wetenschappelijke doeleinden steeds toegankelijk moet zijn.
Ook de topographische en historische atlassen vormen zulke depóts.
31. Van elk museum behoort te worden opgesteld en bijgehouden:
a. een inventaris, met aanwijzing van de herkomst van elk voorwerp (in handschrift),
en behooren te worden uitgegeven :
b. een wetenschappelijke catalogus, al of niet geïllustreerd, hetzij van de geheele
collectie, hetzij van de meest belangrijke onderdeden, bepaaldelijk van de in art. 6
genoemde serieën,
c. een geïllustreerde gids.
N.B. Door onvoldoende inventariseering en waarmerking van de voorwerpen zelve
kunnen deze hunne wetenschappelijke beteekenis soms bijna geheel verliezen, b.v. opge-
graven voorwerpen, waarvan daardoor de herkomst niet meer bekend is; niet-geschoolde
beheerders hebben dit dikwijls uit het oog verloren. Vooral bij de in het ressort van het
museum gevonden munten, die wegens hun geringen omvang zelden gemerkt worden, dient
er op gelet te worden, dat de bijbehoorende beschrijvingen (doosjes, etiquettten enz.) niet
verwisseld worden. De wijze van inventariseeren in de verschillende plaatselijke musea is
niet voldoende bekend; rijksinspectie ware ook daarom nuttig.
32. De plaatselijke musea behooren ook te streven naar de verwezenlijking van
hun doel door:
a. het houden van tentoonstellingen,
b. het publiceeren der nieuwe aanwinsten door de gewone en ook door de ge-
ïllustreerde bladen,
c. het doen houden van voordrachten,
d. het uitgeven van plaatselijke gidsen van oudheidkundigen aard,
e. het aanleggen eener verzameling van photographieën van belangrijke monumenten
in hun ressort,
f. pogingen tot redding van bedreigde monumenten in hun ressort.
33. Afwisselende tentoonstellingen van serieën voorwerpen uit het depót of van
elders verhoogen de belangstelling in het plaatselijke museum, vooral indien zij op
actueele gebeurtenissen en onderwerpen betrekking hebben en ruim bekend gemaakt worden.
34. Plaatselijke gidsen en voordrachten kunnen krachtig medewerken, om bij het
publiek belangstelling te wekken voor de oudheidkundige en artistieke belangen binnen
het ressort van het museum.
35. In samenwerking met centrale organen kunnen de plaatselijke musea veel
bijdragen tot het redden en bewaren van monumenten en andere voorwerpen van oud-
heidkundige of artistieke waarde binnen het ressort. Slaagt men daarin niet, dan moet de
herinnering aan de voorwerpen althans door goede photographieën in het museum
bewaard worden.
179
bezichtigd te worden, behooren tentoongesteld te worden.
Ook eene keuze uit de topographische en historische atlassen is als doorloopende
tentoonstelling gewenscht, b.v. om den groei van het geographische ressort in beeld te brengen.
30. Ieder museum bezitte buiten de tentoonstellingszalen een depot, waar bewaard
wordt wat ongeschikt of niet van genoeg belang is voor voortdurende vertooning aan
alle bezoekers en dat voor wetenschappelijke doeleinden steeds toegankelijk moet zijn.
Ook de topographische en historische atlassen vormen zulke depóts.
31. Van elk museum behoort te worden opgesteld en bijgehouden:
a. een inventaris, met aanwijzing van de herkomst van elk voorwerp (in handschrift),
en behooren te worden uitgegeven :
b. een wetenschappelijke catalogus, al of niet geïllustreerd, hetzij van de geheele
collectie, hetzij van de meest belangrijke onderdeden, bepaaldelijk van de in art. 6
genoemde serieën,
c. een geïllustreerde gids.
N.B. Door onvoldoende inventariseering en waarmerking van de voorwerpen zelve
kunnen deze hunne wetenschappelijke beteekenis soms bijna geheel verliezen, b.v. opge-
graven voorwerpen, waarvan daardoor de herkomst niet meer bekend is; niet-geschoolde
beheerders hebben dit dikwijls uit het oog verloren. Vooral bij de in het ressort van het
museum gevonden munten, die wegens hun geringen omvang zelden gemerkt worden, dient
er op gelet te worden, dat de bijbehoorende beschrijvingen (doosjes, etiquettten enz.) niet
verwisseld worden. De wijze van inventariseeren in de verschillende plaatselijke musea is
niet voldoende bekend; rijksinspectie ware ook daarom nuttig.
32. De plaatselijke musea behooren ook te streven naar de verwezenlijking van
hun doel door:
a. het houden van tentoonstellingen,
b. het publiceeren der nieuwe aanwinsten door de gewone en ook door de ge-
ïllustreerde bladen,
c. het doen houden van voordrachten,
d. het uitgeven van plaatselijke gidsen van oudheidkundigen aard,
e. het aanleggen eener verzameling van photographieën van belangrijke monumenten
in hun ressort,
f. pogingen tot redding van bedreigde monumenten in hun ressort.
33. Afwisselende tentoonstellingen van serieën voorwerpen uit het depót of van
elders verhoogen de belangstelling in het plaatselijke museum, vooral indien zij op
actueele gebeurtenissen en onderwerpen betrekking hebben en ruim bekend gemaakt worden.
34. Plaatselijke gidsen en voordrachten kunnen krachtig medewerken, om bij het
publiek belangstelling te wekken voor de oudheidkundige en artistieke belangen binnen
het ressort van het museum.
35. In samenwerking met centrale organen kunnen de plaatselijke musea veel
bijdragen tot het redden en bewaren van monumenten en andere voorwerpen van oud-
heidkundige of artistieke waarde binnen het ressort. Slaagt men daarin niet, dan moet de
herinnering aan de voorwerpen althans door goede photographieën in het museum
bewaard worden.
179