Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Editor]
Oudheidkundig jaarboek — 3. Ser. 3.1923

DOI article:
Overvoorde, J. C.: Hollandsche Herinneringen te Malaka
DOI Page / Citation link: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19960#0187
Overview
loading ...
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
HOLLANDSCHE HERINNERINGEN TE MALAKA.

181

werk bij het vertrek, dat nu door de Supreme Court wordt gebruikt, en twee pijp-
deurtjes met gesneden bovendorpel, versierd met roosjes en een kopje.

Onder de oude particuliere woningen vallen twee typen aan te
wijzen, een rijker en een eenvoudiger. Het laatste, waarvan men eenige voorbeelden
vindt bij het fort, schijnt op een Portugeesch prototype terug te gaan. De vensters
zijn door rondbogen gesloten en de boven een eenvoudigen onderbouw geplaatste
verdieping wordt bereikt door achter den gevel geplaatste trappen.

Het tweede type sluit aan bij dat van het stadhuis, met pilasters op de hoeken
en vooruitspringend middenstuk ter breedte van drie vensters, en twee vleugels, elk
ook drie vensters breed. Deze huizen bestaan uit twee verdiepingen met open onder-
bouw en om het huis loopende gesloten bovengalerij. Een vooroverstekend zadeldak
met pannen dekt het geheel. De verdieping bevat meestal een hal, die door twee
kolommen in tweeën wordt gedeeld, en twee hierbij aansluitende vertrekken aan de
twee zijden. De plattegrond dezer verdieping sluit dus aan bij het grondplan der
oude Europeesch-Indische buitenverblijven. Voorbeelden hiervan vindt men nog in het
Resthouse (Gouvernementshotel) en in een huis naast het Katholiek gesticht, beiden
met een voortuin, die door een muur met opritten van de straat is gescheiden. Bij
het tweede huis zijn de hoekposten van den erfmuur met de daarop geplaatste
steenen potten nog behouden.

De kleinere huizen van dit type hebben minder frontbreedte en missen den
voorbouw.

Dicht bij de stad zijn nog de resten aanwezig van het fort Bukit China, dat
slechts ten doel schijnt gehad te hebben om een aanval van de inboorlingen af te
weren. Het ligt op 20 minuten rijden van den fortheuvel op een in het land
inspringenden heuvelrug, thans St. Johns hill genaamd, vanwaar men een ruim
uitzicht heeft op de vlakte, op vijf minuten afstand van den Bukit Temparong. Het
was dus een prachtige uitkijkpost tegen naderende inlandsche vijanden, doch was
van te geringe militaire beteekenis om tegen een Europeeschen aanval bestand te zijn.
Het is meer een schans, waarvan de zeer onregelmatige vorm aan enkele oude
Portugeesche fortjes herinnert, met een grondvlak van ongeveer 26 bij 7 Meter.
Alleen de landzijde is van (negen) schietgaten voorzien, de bodem is aan beide zijden
opgehoogd. Twee schuin op de omwalling staande muurbrokken wijzen op een thans
verdwenen gebouw. De muurdikte bedraagt afwisselend 28, 45 en 60 c.M. In den
Portugeeschen tijd lag hier het klooster Madre de Dios, dat reeds in het begin van
het beleg door de Hollanders werd vermeesterd. Deze stichtten er later het fort. De
bijgevoegde afbeelding is een ontwerp voor de kazerne, ontworpen door C. T. Reimer.

De toegang tot het fort geschiedt door een poort met twee meter breeden
toegangspoort, met rondboog en geflankeerd door vlakke pilasters. De doorgang is
door een geprofileerde lijst van het bovenstuk gescheiden, waarin een moet de plaats
aangeeft van een thans verdwenen opschriftsteen. De poort is opgetrokken van
latherietblokken met een afdekking van baksteen. Zij is mogelijk jonger dan het fortje
 
Annotationen