3°
In fin de Teecken-const, waer uyt de Consten spruyten
Die can hec fondament van alle Const ontssuyten,
Wat Ampten datter sijn die't teeckenen verstaen
De ander Ampten al in Const te boven gaen.
Belthouvvers, Musisiens, Smeders , Astrologanten
Plaetsnijders, Inseigneurs, Slijpers van Diamanten
En aiderhande Soort van eenich edel werck
Die niet op Teecken-const en nemen oogh ghemerck
Die connen in hun Const oprecht niet sijn ervaren
Want d'edel Teeckeningh moet aile Consten baren.
Nempt uwen tijdt wei waer, en oock besteedt hem wei
Soo wordt ghy eens op't lest TtFiuras Med’ghesel.
—— ■ •'j: t / . ■11 ■ ~ ~y- ■ j; ■ ■ - -:•j • ■ - • ~
Tot Loss vande Edel
VRY SCHILDER-CO NST.
SWijght Smeders weynich stii met u seer hert gheclop
Treckt d’ysèr uyt het vier en hout u hamers op,
Op dat Ticlur haer Const met diep en stille sinnen
Eens mach op’t gladt pioneel met aerdicheyt beginnen
Die door haer soete Const een jeder overtreft
En hare Edelheydt boven de Const verheft.
Schoon de Beldthouwers ai en geestighe Boetseerders
Borduerders vol verstant, Bouwmeesters en Stofieerders
Voeghen hen Const hier by en wiileii wesen een
(PiEïura boven ai die heeft den ioff aiieen
Aiieen spant Sy de Croon , Sy is te-eel gheboren
Daerom heeft sy altijdt de eenicheydt vercoren
Om met een rijp ghedacht en onbecommert hert
De vruchten van’t verstant te Schiideren op bert.
GHE-
In fin de Teecken-const, waer uyt de Consten spruyten
Die can hec fondament van alle Const ontssuyten,
Wat Ampten datter sijn die't teeckenen verstaen
De ander Ampten al in Const te boven gaen.
Belthouvvers, Musisiens, Smeders , Astrologanten
Plaetsnijders, Inseigneurs, Slijpers van Diamanten
En aiderhande Soort van eenich edel werck
Die niet op Teecken-const en nemen oogh ghemerck
Die connen in hun Const oprecht niet sijn ervaren
Want d'edel Teeckeningh moet aile Consten baren.
Nempt uwen tijdt wei waer, en oock besteedt hem wei
Soo wordt ghy eens op't lest TtFiuras Med’ghesel.
—— ■ •'j: t / . ■11 ■ ~ ~y- ■ j; ■ ■ - -:•j • ■ - • ~
Tot Loss vande Edel
VRY SCHILDER-CO NST.
SWijght Smeders weynich stii met u seer hert gheclop
Treckt d’ysèr uyt het vier en hout u hamers op,
Op dat Ticlur haer Const met diep en stille sinnen
Eens mach op’t gladt pioneel met aerdicheyt beginnen
Die door haer soete Const een jeder overtreft
En hare Edelheydt boven de Const verheft.
Schoon de Beldthouwers ai en geestighe Boetseerders
Borduerders vol verstant, Bouwmeesters en Stofieerders
Voeghen hen Const hier by en wiileii wesen een
(PiEïura boven ai die heeft den ioff aiieen
Aiieen spant Sy de Croon , Sy is te-eel gheboren
Daerom heeft sy altijdt de eenicheydt vercoren
Om met een rijp ghedacht en onbecommert hert
De vruchten van’t verstant te Schiideren op bert.
GHE-