Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Oudheidkundig jaarboek — 3. Ser. 1.1921

DOI Artikel:
Por, Jacob: Middeleeuwsch beeldhouwwerk in het kerkgebouw der Ned. Herv. Gemeente te Nisse (Z.)
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19958#0039

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
KERKGEBOUW DER NED. HERV. GEM. TE NISSE (Z.)

23

In het midden der dertiende eeuw werd aan de zuidzijde van het plein een
kerkgebouw geheel in baksteen opgetrokken, de Lieve Vrouwenkerk. Het nog bestaande
schip met breede zware steunbeeren en smalle spitsboogvormige ramen, is afgedekt
door een houten, eenigszins spitsboogvormig, tongewelf.

Het spaarzame, sobere licht, invallend door de ramen, voldeed na eenigen
tijd niet meer. Het kleine koor werd afgebroken om plaats voor een grooter te
maken met breede en hooge vensters, aan de zijden driedeelig en in de halve tien-
hoeksafsluiting tweedeelig, met eenvoudig maaswerk. Nu is het koor niet meer gehuld
in het vroegere geheimzinnige duister, maar is er tegenover het halfdonkere schip
aan het licht vrij spel gegeven.

Zoo is door de ontwikkeling des tijds het kerkgebouw met zijn eigenaardig
karakteristieke tegenstelling tusschen koor en schip ontstaan. Doch vele eeuwen
mocht het niet zoo blijven: nadat de twee zijkapellen nog gebouwd waren, kwam
de reformatie in het jaar 1578; de altaren en het Crucifix werden weggenomen,
doch geen vandalisme werd gepleegd, zoodat de beelden onbeschadigd bleven. —
Een tijd van stilstand trad nu in, tot in het jaar 1679 een nieuwe kansel en een
heerenbank met typisch Zeeuwsch Renaissance houtsnijwerk in het koor naast de
oude kanunnikenbank werden geplaatst.

Na deze herleving begon een tijd van verwaarloozing, van onvoldoend
onderhoud en onoordeelkundige veranderingen, waarvan het gevolg waren gescheurde
en ingewaterde muren, vergane raamstijlen, verrotte kappooten, vermolmde beschieting,
en bovendien werd het aanzien inwendig geschaad door een leelijke houten wand,
waarmee men het houten koorhek dicht timmerde en zoo schip en koor van elkaar
scheidde. Het gewelf en de beelden werden met een dikke laag blauwe olieverf
bedekt. Zoo verviel het kerkgebouw al meer en meer, doch dank zij de toewijding
van het tegenwoordig kerkbestuur, en den steun van het rijk door bemiddeling van
de Rijkscommissie voor de Monumentenzorg wordt het kerkgebouw thans gerestaureerd,
onder leiding van den Architect H. v. d. Kloot Meyburg. Het schilderwerk is nu reeds
in zijn oorspronkelijken toestand door mij teruggebracht, waartoe ik door den architect
aangezocht werd.

Bij het tongewelf van het koor valt thans weer op het rijk gepolichromeerde
beeldhouwwerk. Niet alleen de Apostelbeelden, Apostelkoppen en wapenschilden zijn
gepolichromeerd, maar ook de graden en gordingen. Het beeldhouwwerk is niet een
los voorwerp, dat in de kerk geplaatst is, maar vormt een geheel met de architectuur.
In vorm en kleur zijn de beelden het rijkst bewerkt, maar door de versiering der
graden en gordingen worden ze tot een geheel verbonden. Uit de hoekpunten der koor-
afsluiting, en zijdelings boven en in ’t midden tusschen de vensters stijgen de graden
op en worden te halver hoogte en in ’t midden door de gordingen gekruist. De
graden en gordingen zijn door een pijlvormige verdeeling, afwisselend in blank, rood
en zwart, — of alleen blank en zwart — gepolichromeerd. Deze bij de graden schuin
naar boven oploopende, — en bij de gordingen voorwaarts schuivende — lijnen der
versiering geven aan het gewelf beweging en leven.
 
Annotationen