108
RAPPORT DER RIJKSCOMMISSIE VAN ADVIES IN ZAKE
rechten en omdat — en dit is nu, door de gelukkige wending, die deze puzzle
genomen heeft, zoo heugelijk om te vermelden — omdat verkoop de eenige
mogelijkheid was om te komen tot een Stichting, waardoor
het behoud voor Nederland van de Si x-p ortretten kon worden
verzekerd.
Prof. Six heeft jarenlang gezocht naar een middel om de beroemde familie-
portretten in Nederland te behouden. Om over die collectie vrijelijk te kunnen
beschikken, moest hij zich belangrijke offers getroosten, maar met groote volharding
en steeds uitgaande van die ééne mooie gedachte, dat men als tijdelijk bezitter van
zulke kunstschatten niet het recht heeft, die alleen voor zich zelve te houden,
vond hij ten slotte deze oplossing, dat hij met zijn neef, Jhr. J. W. Six, zou over-
eenkomen, dat zij beiden voor goed afstand doen van de geldelijke waarde der
portretten-collectie en dat deze tot in lengte van dagen bewaard zal blijven in de
familie en beheerd door een familie-bestuur, terwijl zij — gelijk thans — voor
kunstliefhebbers gemakkelijk toegankelijk zal blijven.
Door den verkoop van het Straatje zijn de financiëele beletselen voor het tot
stand komen der Stichting vrijwel geheel opgeheven. En dan zullen Rembrandts
Jan Six, zijn Anna Wijmer, Potters Ruiterportret van Dirk Tulp, Terborch’s beeltenis
van Jan Six, Nicolaas Tulp door Frans Hals en tal van werken van Elias, van der
Voort, Flinck, Bol, Sandrart, Ovens, Troost enz. (totaal ongeveer zeventig in getal)
voor ons land bewaard blijven.
De onderhandelingen met de Regeering verkeeren — zijn wij wel ingelicht —
in een vergevorderd stadium en men zegt, dat er nog slechts een successie-recht-
kwestie, over een betrekkelijk klein bedrag, met den fiscus valt op te lossen om tot
een goed einde te komen.
Moge onze fiscus terdege doordrongen zijn van de ideééle belangen, waarom
het hier gaat. Ook al is de toestand onzer schatkist nog zoo berooid, toch mag dit
nu geen beletsel meer vormen. Want het gaat hier om kunstwerken, waarvan alleen
reeds het voornaamste, Rembrandt’s wereldberoemde Burgemeester Six, twintig,
dertig maal grooter financiëele offers waard is dan het weinige wat nog ontbreekt
om de plannen van Prof. Six ten leste te kunnen doen slagen.
W. MARTIN.
RAPPORT
DER RIJKSCOMMISSIE VAN ADVIES IN ZAKE REORGANISATIE VAN HET
MUSEUMWEZEN HIER TE LANDE; INGESTELD BIJ KONINKLIJK
BESLUIT VAN 5 FEBRUARI 1919, No. 12.
DRUKKERIJ MOUTON & Co., ’s-GRAVENHAGE JULI 1921.
Vóór er besprekingen van allerlei aard volgen betreffende den inhoud van
verschillende hoofdstukken van het Rapport der Rijkscommissie van Advies inzake
Reorganisatie van het Museumwezen, is het wenschelijk, dat ook de lezers van het
RAPPORT DER RIJKSCOMMISSIE VAN ADVIES IN ZAKE
rechten en omdat — en dit is nu, door de gelukkige wending, die deze puzzle
genomen heeft, zoo heugelijk om te vermelden — omdat verkoop de eenige
mogelijkheid was om te komen tot een Stichting, waardoor
het behoud voor Nederland van de Si x-p ortretten kon worden
verzekerd.
Prof. Six heeft jarenlang gezocht naar een middel om de beroemde familie-
portretten in Nederland te behouden. Om over die collectie vrijelijk te kunnen
beschikken, moest hij zich belangrijke offers getroosten, maar met groote volharding
en steeds uitgaande van die ééne mooie gedachte, dat men als tijdelijk bezitter van
zulke kunstschatten niet het recht heeft, die alleen voor zich zelve te houden,
vond hij ten slotte deze oplossing, dat hij met zijn neef, Jhr. J. W. Six, zou over-
eenkomen, dat zij beiden voor goed afstand doen van de geldelijke waarde der
portretten-collectie en dat deze tot in lengte van dagen bewaard zal blijven in de
familie en beheerd door een familie-bestuur, terwijl zij — gelijk thans — voor
kunstliefhebbers gemakkelijk toegankelijk zal blijven.
Door den verkoop van het Straatje zijn de financiëele beletselen voor het tot
stand komen der Stichting vrijwel geheel opgeheven. En dan zullen Rembrandts
Jan Six, zijn Anna Wijmer, Potters Ruiterportret van Dirk Tulp, Terborch’s beeltenis
van Jan Six, Nicolaas Tulp door Frans Hals en tal van werken van Elias, van der
Voort, Flinck, Bol, Sandrart, Ovens, Troost enz. (totaal ongeveer zeventig in getal)
voor ons land bewaard blijven.
De onderhandelingen met de Regeering verkeeren — zijn wij wel ingelicht —
in een vergevorderd stadium en men zegt, dat er nog slechts een successie-recht-
kwestie, over een betrekkelijk klein bedrag, met den fiscus valt op te lossen om tot
een goed einde te komen.
Moge onze fiscus terdege doordrongen zijn van de ideééle belangen, waarom
het hier gaat. Ook al is de toestand onzer schatkist nog zoo berooid, toch mag dit
nu geen beletsel meer vormen. Want het gaat hier om kunstwerken, waarvan alleen
reeds het voornaamste, Rembrandt’s wereldberoemde Burgemeester Six, twintig,
dertig maal grooter financiëele offers waard is dan het weinige wat nog ontbreekt
om de plannen van Prof. Six ten leste te kunnen doen slagen.
W. MARTIN.
RAPPORT
DER RIJKSCOMMISSIE VAN ADVIES IN ZAKE REORGANISATIE VAN HET
MUSEUMWEZEN HIER TE LANDE; INGESTELD BIJ KONINKLIJK
BESLUIT VAN 5 FEBRUARI 1919, No. 12.
DRUKKERIJ MOUTON & Co., ’s-GRAVENHAGE JULI 1921.
Vóór er besprekingen van allerlei aard volgen betreffende den inhoud van
verschillende hoofdstukken van het Rapport der Rijkscommissie van Advies inzake
Reorganisatie van het Museumwezen, is het wenschelijk, dat ook de lezers van het