Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Oudheidkundig jaarboek — 3. Ser. 1.1921

DOI Artikel:
Korte mededeelingen en korte berichten
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19958#0168

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
152

MEDEDEELINGEN EN KORTE BERICHTEN

MEDEDEELINGEN EN KORTE BERICHTEN.

OFFICIEELE MEDEDEELINGEN.

De Algemeene vergadering te Zie-
rikzee. — De insulatie van Zierikzee is door de
deelnemers aan den Bondstocht van j.1. zomer
terdege gevoeld. Langs verschillende wegen, doch
geen langs den weg, die voor het groote meeren-
deel de kortste verbinding had moeten zijn (met
tram of boot over of langs de Zuid-Hollandsche
eilanden), bereikten zij, de meesten na een eenigs-
zins avontuurlijken tocht over Steenbergen, het
stadje Zierikzee, waar zij zich al spoedig na hun
aankomst tezamen vonden in het raadhuis. De
burgemeester, Mr. Fokker van Crayestein en Ren-
gerskerke, sprak hun hier een hartelijk woord
van welkom toe. Onder wederzijdsche begroetingen
werd de eerewijn genoten, en zoo had het uur
van negen reeds geslagen, vóór een begin kon
worden gemaakt met de

ALGEMEENE VERGADERING VAN DEN

NED. OUDHEIDKUNDIGEN BOND IN DE
BUITENSOCIETEIT TE ZIERIKZEE,

(30 JUNI 1921),

welke werd bijgewoond door de volgende leden:
Mr. L. G. N. Bouricius, Dr. A. W. Byvanck
(Die Haghe), J. L. van Dalen (Oud-Dordrecht),
Jvr. C. Engelen, Jhr. W. G. Feith (Ned. Leeuw),
Dr. E. J. Haslinghuis (Rijksbureau v. d. Mon.),
F. A. Hoefer (Gelre), G. J. Honig (Zaanl. Oudh.
vereen.), Mej. N. Hudig, Mej. Dr. E. v. d. Looy
v. d. Leeuw, W. Martens, Mej. Dr. E. Neurden-
burg, Mr. Dr. J. C. Overvoorde (Lakenhal), Prof.
W. v. d. Pluijm, Dr. W. S. Unger, J. E. Vern-
hout (Zeeuwsch Gen. v. K. en W.), gewone leden;
en R. van Delden, W. Dingemans, J. Gimberg,
Mej. Dr. M. Kronenberg, Mr. A. Meerkamp van
Embden, J. Mees P.Rz., J. A. P. Montijn, Mej.
R. Pennink, J. A. J. Smit, G. Tellander, Mej. H.
Vaillant, corr. leden.

De voorzitter opent de vergadering met een
rede, waarvan een korte samenvatting hierachter
volgt.

De notulen der vorige alg. vergadering, in het
Bulletin verschenen, worden goedgekeurd.

De secretaris stelt voor met het oog op het late
uur zijn jaarverslag niet voor te lezen, aangezien
ook dit in het Jaarboek wordt opgenomen, en

een vrij volledig overzicht ervan reeds in de dag-
bladen is gepubliceerd. Goedgevonden.

Vervolgens doet de secretaris mededeeling van :

a. eenige ingekomen stukken, w.o. eenige berich-
ten van verhindering; een brief van het aan de
beurt van aftreden zijnde bestuurslid v. Sasse v.
IJsselt, die verzoekt niet voor herbenoeming in
aanmerking te komen; een bericht van de Zeeuw-
sche Archaeol. Commissie, dat haar voorzitter er
prijs op stelt den Bond te Zierikzee welkom te
heeten; een verzoekschrift van de Ned. Herv.
gemeente te De Rijp om subsidie voor de herstel-
ling van haar kerkgebouw.

b. eenige uitgezonden adressen, w.o.: een aan de
Tweede Kamer inzake de voorgenomen verminking
der rivierbrug vóór Maastricht, op welk adres
talrijke bewijzen van instemming van verschil-
lende oudheidkundige en kunstlievende vereeni-
gingen zijn ingekomen; en een aan het gemeen-
tebestuur van Delft, gericht tegen de plannen tot
schending van het Oude Delft.

De voorzitter geeft dan het woord aan den heer
Vernhout, die, namens de Zeeuwsche Archaeol.
Commissie den Bond in deze provincie welkom
heet (bijval).

Aan de orde is nu de goedkeuring van de reke-
ning des penningmeesters. De hiervoor benoemde
commissie is niet ter vergadering vertegenwoor-
digd, doch meldde, dat eenige punten in de reke-
ning haar duister waren, zoodat haar goedkeuring
vooralsnog moet achterwege blijven, al twijfelt zij
er niet aan, dat het financieel beheer geheel in
orde is. Besloten wordt goedkeuring en décharge
uit te stellen tot de in het najaar te houden alg.
vergadering.

Tot penningmeester wordt, daar de heer Coster
als zoodanig wegens zijn drukke werkkring ontslag
vroeg, gekozen de heer F. A. Hoefer, die de be-
noeming aanneemt.

Bij het punt: bestuursverkiezing komt de vaca-
ture—v. Sasse ter sprake. Op voorstel van den
heer Hoefer besluit men den heer v. Sasse v. IJ-
te bewegen zich wederom verkiesbaar te stellen.
De heer Haslinghuis zegt, dat hij het secretariaat
nog slechts één jaar zal kunnen waarnemen. Als
een der leden voorstelt de periodiek aftredende
bestuursleden bij acclamatie te bestendigen, wordt
 
Annotationen