Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Oudheidkundig jaarboek — 3. Ser. 1.1921

DOI Artikel:
Por, Jacob: Middeleeuwsch beeldhouwwerk in het kerkgebouw der Ned. Herv. Gemeente te Nisse (Z.)
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19958#0042

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
26

MIDDELEEUWSCH BEELDHOUWWERK IN HET

De aangezichten zijn meestal glad bewerkt. De oogen hebben een spitsen vorm,
en de pupillen zijn met zwart opgezet, de wenkbrauwen zijn sterk gebogen in breeden
afstand van de oogen. De neus is meest dun, de punt en de vleugels zijn goed
gevormd. De mond is meest gesloten, soms fijn geteekend. De jukbeenderen komen
soms sterk naar voren, de slapen en wangen zijn vlak. De baard is breed en vol,
soms spits of krullend, de aanzet van den baard en wang gevoelig en teer. Het
hoofdhaar is rijk gekruld in groote of kleine krullen, gegolfd tot over de schouders,
de overgang bij het aangezicht is scherp. De ooren zijn bedekt of, waar ze gedeeltelijk
zichtbaar zijn, misvormd. De handen zijn fijn gesneden, de spieren geteekend, de
vingers dun, vol beweging en uitdrukking.

Op de polichromeering der beelden dient nog even de aandacht gevestigd te
worden. De aangezichten en de handen zijn in vleeschkleur geschilderd, het hoofdhaar is
zwart of bruinachtig. De kleederen hebben steeds tegenovergestelde kleuren. Is de
tunika rood, dan is de mantel groen of blauw. — Is ze groen, dan is de mantel
rood of violet. De omgeslagen binnenkant van den mantel en de witte of zwarte kraag
en zoom, zorgen niet alleen voor den overgang der kleuren, maar verhoogen het
teekenachtige in deze beelden. Zoo geeft de polichromeering aan dit beeldhouwwerk
veel afwisseling, ze doet niet alleen de verhoudingen beter spreken, maar geeft ook
aan de aangezichten een teedere
uitdrukking.

Op de kruispunten van de
graden en gordingen bevinden zich
als sluit- en versieringsstukken,
ronde met beeldhouwwerk versierde
schijven. Die schijven hebben een
middellijn van 27 c.M. Afgebeeld
zijn de hoofden der 12 Apostelen en
de Kroning van Maria. Daartusschen
staan wapenschilden van het ge-
slacht van Borsselen, het bekende
stamwapen en het gevierendeelde
wapen van Hendrik van der Veer
van Borsselen, Grave van Grandpré
etc. en heer van Nisse, — hoogst-
waarschijnlijk de bouwheer van het
nieuwe koor. — Deze koppen zijn
door een ander gesneden ; tweemaal
heeft hij met zijn monogram 6 geteekend. Het was hem bij deze koppen te doen om rijke
afwisseling, geen gelijkheid, maar groote verscheidenheid in vormen en uitdrukkingen
dezer typeerende koppen. Al zijn de gezichten soms onregelmatig, de eene wang
breeder dan de andere, de bovenlip te lang, ’t eene jukbeen iets hooger of breeder,

Afb. 2. Apostelkoppen.
 
Annotationen