DOI Artikel:
Scheurleer, Lunsingh Constant Willem: Antieke Grieksche Kunstnijverheid, [2]
DOI Seite / Zitierlink: https://doi.org/10.11588/diglit.19958#0062
46
ANTIEKE GRIEKSCHE KUNSTNIJVERHEID
Fig. 1.
meinschen keizertijd te dateeren. De vorm van het derde fleschje komt o.a. bij het
prachtige zilverwerk uit dien tijd voor.
De terracotta’s vormen het interessantste
bestanddeel der Grieksche collectie. Zonder kunst-
werken van groot belang te zijn, bezitten er toch
verscheidene de aantrekkelijkheid, eigen aan alle
kunstproducten, hoe bescheiden van aard ook,
welke nauw samenhangen met het geestelijk leven
van een volk.
Het oudste, dat uit de omgeving van Thebe
stamt, vertoont den grooten ernstigen stijl uit den
tijd der jeugd van Phidias. Beter geconserveerde
exemplaren van
hetzelfde type
doen vermoeden,
dat het kopje een
overblijfselisvan
een rustig staan-
de vrouwefiguur,
gekleed in den
zwaren wollen
peplos met zijn strakke krachtige plooien, die zoo
goed contrasteeren met de ertusschen liggende
vlakken. Wellicht stelde het figuurtje Kore of
Persephone, de godin der onderwereld, voor.
Uit wat later tijd, vermoedelijk begin IVde
eeuw v. Chr., stamt de meisjeskop met het hooge
kapsel (fig. 1). Het karakter van aarde en beschil-
dering zoowel als de stijl bewijzen den Boeötischen
oorsprong; ook de eigenaardige haartooi komt
alleen daar voor. Blijkbaar zijn bloemen en den-
netakken in het haar gestoken. Ongewijfeld had
het een sacrale beteekenis; welke staat nog niet
vast. Volgens beter bewaarde exemplaren kan men
aannemen, dat het meisje in rustige houding was
afgebeeld, misschien een band of een doos in de
handen dragend. De kleeding was analoog aan die van
het vorige fragment, doch, in harmonie met den meer Fig. 2.
onrustigen stijl van ca. 400 v. Chr., sterker geplooid.
De meest bekende Grieksche terracotta’s zijn de z.g. Tanagra’s, gracieuse
figuurtjes meestal van jonge vrouwen en kinderen, welke hunnen naam te danken
hebben aan de groote vondsten omstreeks 1880 bij Tanagra (nu Skimatari) gedaan.
ANTIEKE GRIEKSCHE KUNSTNIJVERHEID
Fig. 1.
meinschen keizertijd te dateeren. De vorm van het derde fleschje komt o.a. bij het
prachtige zilverwerk uit dien tijd voor.
De terracotta’s vormen het interessantste
bestanddeel der Grieksche collectie. Zonder kunst-
werken van groot belang te zijn, bezitten er toch
verscheidene de aantrekkelijkheid, eigen aan alle
kunstproducten, hoe bescheiden van aard ook,
welke nauw samenhangen met het geestelijk leven
van een volk.
Het oudste, dat uit de omgeving van Thebe
stamt, vertoont den grooten ernstigen stijl uit den
tijd der jeugd van Phidias. Beter geconserveerde
exemplaren van
hetzelfde type
doen vermoeden,
dat het kopje een
overblijfselisvan
een rustig staan-
de vrouwefiguur,
gekleed in den
zwaren wollen
peplos met zijn strakke krachtige plooien, die zoo
goed contrasteeren met de ertusschen liggende
vlakken. Wellicht stelde het figuurtje Kore of
Persephone, de godin der onderwereld, voor.
Uit wat later tijd, vermoedelijk begin IVde
eeuw v. Chr., stamt de meisjeskop met het hooge
kapsel (fig. 1). Het karakter van aarde en beschil-
dering zoowel als de stijl bewijzen den Boeötischen
oorsprong; ook de eigenaardige haartooi komt
alleen daar voor. Blijkbaar zijn bloemen en den-
netakken in het haar gestoken. Ongewijfeld had
het een sacrale beteekenis; welke staat nog niet
vast. Volgens beter bewaarde exemplaren kan men
aannemen, dat het meisje in rustige houding was
afgebeeld, misschien een band of een doos in de
handen dragend. De kleeding was analoog aan die van
het vorige fragment, doch, in harmonie met den meer Fig. 2.
onrustigen stijl van ca. 400 v. Chr., sterker geplooid.
De meest bekende Grieksche terracotta’s zijn de z.g. Tanagra’s, gracieuse
figuurtjes meestal van jonge vrouwen en kinderen, welke hunnen naam te danken
hebben aan de groote vondsten omstreeks 1880 bij Tanagra (nu Skimatari) gedaan.