Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Editor]
Oudheidkundig jaarboek — 3. Ser. 1.1921

DOI article:
Muller, Samuel: Een Mideleeuwsch Gasthuis
DOI Page / Citation link: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19958#0064

DWork-Logo
Overview
loading ...
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
48

EEN MIDDELEEUWSCH GASTHUIS

eeuwsche steden. Evenals in deze ziet men hier, ter weerszijden van den breeden
middengang, de dubbele rij kleine vertrekjes, waarin de gaande en komende man
een nachtverblijf vond, soms ook genezing van de ziekte, die hem plaagde. En aan
het einde van den gang staat wijd open de kapel van het gesticht, waar dagelijks
de mis wordt opgedragen, — waar de landlooper, voordat hij ’s morgens vertrekt,
zijne devotie verricht, — waarheen de zieke, die niet vertrekken kan, zijn om-
floersten blik richt, eene bede stamelend.

Zoo is, blijkt het, het type van het middeleeuwsch gasthuis geweest; in
Engeland, waar de middeleeuwen nog leven, is dit type bewaard. Ten onzent is het

aardige origineel natuurlijk
onherkenbaar bedorven. Maar
te Amersfoort zijn toch de
oude vormen onlangs aardig
hersteld; terwijl ook in het
oude Utrechtsche gasthuis van
St. Bartholomeus de lijnen van
de groote zaal en van de jam-
merlijk verknoeide kapel —
stichtingen van den bekenden
heer Jacob van Gaesbeek —
voor hem, die de inrichting
der middeleeuwsche gasthui-
zen kent, nog gemakkelijk
zijn te herkennen.

Het gezicht in de groote
zaal van een 17e eeuwsch gasthuis is dus nergens hier te lande bewaard dan te
Amersfoort, waar het slechts gerestaureerd is, en ook in afbeelding, op een gevel-
steen te Haarlem '). Maar het is toch wel bewijsbaar, dat het algemeene type ook
hier geweest is, zooals het nog te Chichester is. Zie b.v. den hierbij gevoegden
plattegrond van het Utrechtsche Kruis-gasthuis. Men ziet er het voorhuis en daar-
achter de eetzaal der verpleegden, dan het verblijf van de directrice (de „moeders-
keuken”) en de regentenkamer, het bakhuis met de oven, eindelijk den tuin met het
bleekveld. Maar in het midden staat het hoofdgebouw der inrichting, „den deel”.

Wat is een deel? Verdam verklaart hem in zijn Middelnederlandse!! woor-
denboek als de „vloer”. Het is mogelijk, dat het woord soms de vloer aanduidt, en
de dorschvloer, waar ook het heele gezin huist, heet in het oosten van ons land
inderdaad „de deel”. De verklaring, die Dr. Haslinghuis onlangs van het woord gaf,
„het eenige vertrek waar het heele huis uit bestond, later in verschillende vertrekken
afgedeeld”, is echter vrij wat aannemelijker. Maar ik geloof toch niet, dat de middel-
eeuwsche huizen steeds bestonden uit één vertrek; wel vond ik te Utrecht groote

') Bij het afdrukken bericht mij Dr. E. J. Haslinghuis, dat ook een gevelsteen uit het pesthuis
te Alkmaar hetzelfde gezicht vertoont.
 
Annotationen