Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Editor]
Oudheidkundig jaarboek — 3. Ser. 1.1921

DOI article:
Muller, Samuel: Een Mideleeuwsch Gasthuis
DOI Page / Citation link: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19958#0065

DWork-Logo
Overview
loading ...
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
EEN MIDDELEEUWSCH GASTHUIS

49

ruime voorhuizen met de trap, maar daarachter altijd de zaal, die ook de volle
breedte van het huis innam. De „insteken”, waarvan Haslinghuis spreekt, heb ik
te Amsterdam nog wel gekend, ook „ingestoken trappen en galerijen” (zooals ik er
een in het Utrechtsche museum heb aangebracht), maar vooral „insteek kamer s”,
die de bovenhelft der zijkamers innamen en waarheen men toegang had door eene
deur, halverwege de wenteltrap.

Was nu echter inderdaad de „insteek” eene tegenstelling van „den deel”?
Ik weet het niet; ik durf niet te zeggen, wat precies de eigenlijke beteekenis van

het woord is. Maar de benaming van „den deel” in het Kruis-gasthuis is toch niet twijfel-
achtig; want in het gasthuis van de Johanniters te Utrecht kende men eene „deel-
moeder” en twee „deelmeyden”, d. z. zonder twijfel de hoofdverpleegster en de twee
verpleegsters van het gasthuis. Derhalve de groote slaapzaal was „den deel”, waar-
naast wij in het Kruis-gasthuis zeer juist de „moederskeuken”, het kamertje van
de hoofdverpleegster, vinden.

Beschouwen wij nu deze groote ziekenzaal, „den deel”, dan herkennen wij
daar geheel de inrichting van het gasthuis te Chichester. Langs de twee muren
stonden zonder twijfel de twee rijen bedden (ze zijn op de teekening niet aangewezen,
 
Annotationen