Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Oudheidkundig jaarboek — 3. Ser. 1.1921

DOI Artikel:
Vos, P. D. de: Een blik op het ontstaan en de verdere ontwikkeling van Zierikzee
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19958#0075

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
VERDERE ONTWIKKELING VAN ZIERIKZEE

59

Het waarschijnlijkst wil het ons voorkomen, dat de grond waar nu Zierikzee
gevonden wordt, zijn grootste belang ontleende aan de ligging niet ver van het punt,
waar de Schelde zich geheel Westelijk boog naar zee en het water de Gouwe
Noordwaarts voerde naar
Holland. De Gouwe, vroeger
zeer breed, zag oostelijk van
zich Duiveland opkomen,
reeds in 1206 vermeld. De
stroom was nog in 1304 ruim
genoeg voor den verwoeden
scheepsstrijd tusschen de vlo-
ten van Vlamingen, Zeeuwen,

Hollanders en Franschen.

Sedert de 17e eeuw door in-
polderingen vernauwd en ein-
delijk versmald tot het kanaal
„het Dijkwater”, werd ten
slotte in 1843 de doorvaart
naar Holland geheel afgesloten
toen het Noordelijke Sas, het
z.g.n. „Verste Sas” werd ge-
dicht.

In de Gouwe mondde
uit een ruime kreek (de latere
Oude- of binnenhaven van
Zierikzee) en een eindje land-
waarts in, ten westen dier
kreek, lag de oude kern van
de stad. Zulk een watertje of
kreek, waar kleine vaartuigen
een rustige, veilige ligplaats
konden vinden, was voor de
vorming of den aanwas eener
woonbuurt een voorname
factor.

Op de ontwikkeling nu 3. Zuid_Havenpoort, Landzijde,

van dit kleine begin is, naar

onze meening, Vlaamsche invloed van overwegend gewicht geweest.

Al vroeg toch moet in het oudste deel van Zierikzee, dat is ten westen van
den tegenwoordigen Sint Lievens Monstertoren, een versterkt gebouw of kasteel
hebben gestaan, later als ’s-Gravenhof bekend, waarvan in de Zeeuwsche rentmeesters-
rekeningen sedert 1318 geregeld sprake is. Voor de stichting wordt het jaar 1048
 
Annotationen