Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Oudheidkundig jaarboek — 3. Ser. 1.1921

DOI Artikel:
Vos, P. D. de: Een blik op het ontstaan en de verdere ontwikkeling van Zierikzee
DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.19958#0079

DWork-Logo
Überblick
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
VERDERE ONTWIKKELING VAN ZIERIKZEE

63

tijde van het Vlaamsche beleg van 1304 muren en grachten de stad omringden en
er ook al straten waren met steenen verhard, blijkt uit de nauwkeurige beschrijving
van dat beleg bij Stoke.

In het nieuwe deel der stad (waarvan de zuidelijke helft in 1368 en 1384
nog „die nieuwe port” genoemd wordt), verrees in 1358 het oude ’s Gravensteen,

__ dat in 1524 —’26 door het nog

bestaande vervangen werd, en
in 1356 wordt van het (Sint Eliza-
beth’s- of Onzer Vrouwe) gasthuis
gesproken. Al in 1340 wordt het
Groendal vermeld, in 1352 „die
„strate van der Appelmarckt” en
in 1398 wordt „die Korte Nobel-
strate” en „Sinte Aernoutsslop”
(’s Heer Arendsslop) genoemd.

Het in 1347 en 1352 ver-
melde ’s Heer Lauwendorp, even
buiten de Zuidhavenpoort gelegen,
ter plaatse waar nu weder in 1920
een groep huizen verrezen is, werd
niet binnen de ommuring opge-
nomen.

Vóór het gasthuis (waarvan
nog de Kleine- of Gasthuiskerk is
overgebleven) werd over de haven
een houten brug gelegd, welke
omstreeks 1430 door een steenen
van zeer groote breedte vervangen
is, die bij de gedeeltelijke demping
der Oude haven in 1871 en '12 is
weggebroken.

De 14e eeuw is voor Zierik-
zee, vooral in de tweede helft, een

6. Noord-Havenpoort, Landzijde. Ü-)d Van bl°el geweest- Werd het

grondgebied der stad door grafelijke

giften uitgebreid, in 1303 met het rondliggend terrein, het Quaelambacht, nu het
Poortambacht, in 1304 met het ambacht Borrendamme ten zuiden daarvan gelegen,
ook door andere gunsten werd de stad bevoordeeld, waarvan we hier noemen het
privilege van Willem III van 1305, waarbij bevolen wordt dat ververs, wevers,
volders enz. hun ambacht be-Oosten Schelde slechts mogen uitoefenen in Zierik-
zee. De lakenhandel nam daarna voortdurend toe. Telde de lakenhal in 1318 twintig
vakken of stallen, in 1340 waren er veertig, waarvan er toen vijfendertig waren
 
Annotationen