64
EEN BLIK OP HET ONTSTAAN EN DE
bezet. In 1382 vinden we Engelsche kooplieden in wol en manufacturen te Zierikzee
gevestigd en in 1386 belooft hertog Albrecht den wolstapel (toen nog te Middelburg)
hierheen te zullen
verleggen voor den
tijd van een jaar,
indien hij in ’s Gra-
ven landen blijft.
In 1308 vindt
men lombarden te
Zierikzee vermeld.
De graaf nam hen
in bescherming en
gaf hun voor twaalf
jaar zijn steenen
huis, gelegen nabij
de begraafplaats der
parochiekerk; in
1351 kregen ze vrij-
heid in de stad en
be-Oosten Schelde
harnas te dragen.
In laatstgenoemd
jaar werd een wis-
selaar door den
graaf aangesteld.
Tolvrijheid gaf
Willem III in 1321
aan onze stad zoo-
welinZuid-Holland
als elders waar hij
tollenaars had aan-
gesteld, gelijkFloris
V zulks reeds in
1283 en 1290 in zijn
gebied aan hare
poorters had ver-
leend.
7. Noord-Havenpoort. Plaats tusschen de^poorten. In 1359 blijken
reeds Zierikzeesche
kooplieden op het eiland Schonen in de Oostzee gevestigd te zijn, aan wie door
den Zweedschen koning Albert in 1364 vrijheid verleend wordt volgens de costumen
hunner stad te leven onder hun eigen bestuur en in 1368 schenkt genoemde koning
EEN BLIK OP HET ONTSTAAN EN DE
bezet. In 1382 vinden we Engelsche kooplieden in wol en manufacturen te Zierikzee
gevestigd en in 1386 belooft hertog Albrecht den wolstapel (toen nog te Middelburg)
hierheen te zullen
verleggen voor den
tijd van een jaar,
indien hij in ’s Gra-
ven landen blijft.
In 1308 vindt
men lombarden te
Zierikzee vermeld.
De graaf nam hen
in bescherming en
gaf hun voor twaalf
jaar zijn steenen
huis, gelegen nabij
de begraafplaats der
parochiekerk; in
1351 kregen ze vrij-
heid in de stad en
be-Oosten Schelde
harnas te dragen.
In laatstgenoemd
jaar werd een wis-
selaar door den
graaf aangesteld.
Tolvrijheid gaf
Willem III in 1321
aan onze stad zoo-
welinZuid-Holland
als elders waar hij
tollenaars had aan-
gesteld, gelijkFloris
V zulks reeds in
1283 en 1290 in zijn
gebied aan hare
poorters had ver-
leend.
7. Noord-Havenpoort. Plaats tusschen de^poorten. In 1359 blijken
reeds Zierikzeesche
kooplieden op het eiland Schonen in de Oostzee gevestigd te zijn, aan wie door
den Zweedschen koning Albert in 1364 vrijheid verleend wordt volgens de costumen
hunner stad te leven onder hun eigen bestuur en in 1368 schenkt genoemde koning